Na een afwezigheid van zeven jaar is Jong Oranje weer te bewonderen op een eindtoernooi. Een opleving die niet uit de lucht komt vallen. Na de zoveelste deceptie besloot trainer Erwin van de Looi in 2018 een andere koers te gaan varen. Hoe Generatie-Z met dank aan de Leeuwinnen eindelijk weer meetelt.
Acht wedstrijden, 24 punten en veertig doelpunten. Het zijn statistieken waar het Nederlands elftal momenteel alleen maar van kan dromen. Het opleidingsteam kan momenteel betere cijfers overleggen dat het A-elftal. Sterker nog, het elftal van Van de Looi plaatste zich na de eclatante 0-7 overwinning op Jong Cyprus voor het EK. Voor het eerst sinds 2013 is Jong Oranje weer present op een eindtoernooi.
Een wereldprestatie lijkt dat niet in een poule met Gibraltar en Cyprus. En toch is het in meerdere opzichten knap dat Oranje nu al zeker is van het eindtoernooi. Zo was het in de eerste ontmoeting de leeftijdsgenoten van Portugal de baas, een land dat op jeugdgebied altijd goed scoort. En dat terwijl veel talenten al bij het grote Oranje zitten. Calvin Stengs, Owen Wijndal, maar ook Teun Koopmeiners en zelfs Matthijs de Ligt zouden gezien hun leeftijd nog in de Onder-21 uit kunnen komen.
Wat goed is komt snel. Dat is van alle tijden. Uiteraard. Veel grote talenten uit het verleden hebben niet of nauwelijks in Jong Oranje gespeeld. Wie excelleert bij Ajax, PSV of Feyenoord wordt in Zeist al snel naar de A-kern gehaald. Het enige verschil is dat Jong Oranje – met of zonder exceptionele talenten – de laatste jaren geen eindtoernooi haalde.
Daar zijn talloze redenen voor te bedenken. Naast zwak spel, een keer een mindere lichting en botte pech, had het ook met de rust rondom het elftal te maken. Er was een trend waarbij coaches tussentijds besloten de groep te verlaten. Albert Stuivenberg kon naar Manchester United, Fred Grim als assistent naar Oranje en Art Langeler kreeg een ander baantje in de bossen van Zeist.
Dat was geen best signaal richting de spelersgroep. Aanstormende talenten die dachten dat ze goed genoeg waren voor het echte Oranje, maar op een halflege Vijverberg moesten spelen tegen leeftijdsgenootjes uit Cyprus. Succes. Steeds vaker werd het gezien als een verplicht nummertje. Dat zorgde weer voor slechtere resultaten en kritiek van de buitenwacht. En zo rolde de sneeuwbal vrolijk verder. Voor veel talenten werd Jong Oranje een moetje terwijl de staf er alles aan deed om het leuker te maken. Teambuildingactiviteiten, pizza’s in de kleedkamer. Toch bleef het chagrijn overeind.
Prijzen
In 2018 werd Erwin van de Looi aangesteld als nieuwe trainer. Bij het grote publiek werd niet overal even enthousiast gereageerd, maar de trainer had een paar pluspunten. In tegenstelling tot enkele voorgangers zag hij het echt als een eer om de ambt te bekleden, hij had in Groningen bewezen te weten wat er nodig was om prijzen te winnen én had zelf een tienerzoon (Tom van de Looi) in huis en begreep deze generatie. Hij besloot samen met de nieuwe lichting Jong Oranje 2.0 neer te zetten. En met succes, zo blijkt nu.