Willem Janssen (35) speelde tegen SC Cambuur zijn vierhonderdste wedstrijd in het betaalde voetbal. Een mijlpaal die haast ondersneeuwde door de heldenrol van Henk Veerman. VI sprak met de verdediger over de geschiedenisboeken, de pijn van een reserverol en een mogelijk afscheid. ‘Ik wil gewoon weer die Willem zijn die elke dag veel energie uitstraalt, die ook op de trainingen voorop loopt en met een smile op zijn gezicht rondloopt.’
Het was er eentje voor de recordboeken. Willem Janssen speelde afgelopen weekend zijn vierhonderdste wedstrijd in het betaalde voetbal. VVV-Venlo, Roda JC, FC Twente en al sinds 2013 FC Utrecht. Een clubicoon, aanvoerder en een van de gezichten van het vaderlandse voetbal. Elke voetballiefhebber in Nederland weet wie Willem Janssen is.
Maar de laatste weken verdween de captain van het podium. Hij verloor zijn basisplaats in de Domstad. Eind november begon hij op de bank tegen Heracles Almelo. Vervolgens moest Janssen hopen op blessures of schorsingen van collega-verdedigers.
'In deze eeuw zijn er maar weinig die de grens van vierhonderd duels hebben gehaald. Dan komt wel het besef dat het heel bijzonder is'
Uitgerekend in een stadion mét supporters begon hij weer in de basis. Hidde ter Avest was afwezig, waardoor Mark van der Maarel naar de rechterkant verhuisde. En dus mocht Janssen opdraven voor zijn vierhonderdste wedstrijd in het betaalde voetbal. Eentje waarin Utrecht met 2-0 achterstond, trainer René Hake al na dertig minuten een extra spits in het veld zette én de Domstedelingen uiteindelijk met 3-2 wonnen.
‘Het deed een beetje denken aan de wedstrijd tegen AZ, de play-off finale’, vertelde Janssen na afloop. ‘Toen stonden we met 3-0 achter en hebben we dit spel vanaf minuut één gespeeld. Dat hadden we nodig vandaag en dat pakte goed uit vandaag.’
Je vierhonderdste. Daar heb je toch wat lang op moeten wachten dan gehoopt.
‘Ja, nou ja. Misschien wel. Maar het blijft wel mooi.’
Is het bijzonder?