Na de zeges op Noord-Ierland en Wit-Rusland heeft Oranje het EK-ticket zo goed als binnen. Een belangrijke rol in de herrijzenis van de nationale ploeg is weggelegd voor Memphis Depay (25), als aanvalsleider en een van de boegbeelden. ‘Ja man, hier wil je bij zijn.’
Ongeveer alles waarvoor Memphis Depay wil staan in Oranje, balde zich samen in die ene minuut: rendement, eergevoel, samenhang, strijdlust. Het begon met zijn goal in blessuretijd tegen Noord-Ierland, zijn tweede van de avond. Daarna kwam de vreugde-uitbarsting, omringd door ploeggenoten, waarbij hij aangever Frenkie de Jong zijn dank toeschreeuwde. Vervolgens juichte Memphis zoals de wereld dat van hem kent, met de wijsvingers in zijn oren en daarna richting de hemel gericht. Zijn slotakkoord bij de cornervlag was bestemd voor de fans op de tribune, toen hij riep: ‘Dit is strijden, man!’
Dat zijn uitgetrokken shirt hem een gele kaart opleverde, nam hij voor kennisgeving aan. Door de achtereenvolgende zeges op Noord-Ierland en Wit-Rusland is het EK-ticket zo goed als binnen en daar is het allemaal om te doen. De laatste interland, in Minsk, miste Memphis door een spierblessure. Hij bekeek de wedstrijd thuis met vrienden en zong daar voor aanvang het volkslied mee, met zijn rechterarm om het scherm geklemd. Alsof hij naast zijn ploeggenoten in het gelid stond.
Dat Memphis zich senang voelt bij het Nederlands elftal tegenwoordig, mag een understatement heten. Het is gedaan met de spanning die er tijdenlang omheen hing, toen hij zich meldde bij de nationale ploeg. Sinds de aanstelling van Ronald Koeman als bondscoach is de stemming binnen en rond Oranje aanmerkelijk opgefrist en de status van Memphis hield daar gelijke tred mee. Op het persoonlijke vlak vond hij innerlijke rust, in het veld ontpopte hij zich tot aanvalsleider en daarbuiten werd hij een van de boegbeelden van de zogenoemde New Wave. Korzelige tv-interviews behoren tot het verleden, geen haan die er nog naar kraait als hij met een rode ribfluwelen pet op zijn hoofd bij het spelershotel aankomt.
Het is een wisselwerking geweest tussen persoon en publiek, tussen privé en professie ook. ‘Persoonlijk gaat het goed met me, dat kun je bij mij terugzien op het veld’, vertelt Memphis. ‘Het heeft allemaal invloed op elkaar. Bij het Nederlands elftal zie je hoe goed de vibe is binnen de groep en met de staf. Het klikt gewoon. Natuurlijk helpen de goede resultaten daarin mee. Maar het is ook iets wat we met zijn allen creëren en wat met de aanwezige karakters te maken heeft. Ook buiten de interlands om hebben we continu contact met elkaar, voorheen was dat niet het geval. Dat zegt wel iets. Ik heb het gevoel dat iedereen het beste met elkaar voor heeft. Dat is een heel prettige sfeer om in samen te werken. Dit gevoel moeten we vasthouden.’