Als voetballer speelde Martin Jol (62) in Engeland toen de Premier League nog First Division heette. En toen de hoogste Engelse divisie na de eeuwwisseling uitgroeide tot de rijkste en meest prestigieuze competitie van de wereld, was hij coach van Tottenham Hotspur en Fulham. Jol blikt terug op het verleden en analyseert het heden, waarbij vele facetten van het Engelse voetbal ter sprake komen.
West Bromwich Albion
‘Mijn eerste contract bij West Bromwich Albion heb ik te danken aan Bobby Robson. Die had me getipt bij zijn vriend Ronnie Allen, de manager van West Bromwich Albion. Met FC Twente speelden we vriendschappelijk tegen Ipswich Town, vanwege Frans Thijssen en Arnold Mühren. Via Twente-manager Ton van Dalen kreeg ik te horen dat West Bromwich Albion me wilde hebben. Ik had net een mislukt avontuur achter de rug bij Bayern München en wilde niet opnieuw naar het buitenland. Dat was me allemaal te ver van Den Haag. Toen ik zestien jaar was, kon ik bijvoorbeeld al naar FC Twente. Ik weet nog goed dat ik samen met mijn vader met de trein naar Enschede reisde voor een gesprek met de club en dat ik onderweg al die bossen zag… Ik dacht: Dat ga ik niet leuk vinden, ik moet wel de zee kunnen zien. Bij het gesprek met meneer Olijve van FC Twente dacht ik: Laat ik eens een gek bedrag vragen, zodat ze het niet doen. Ik vroeg 75 duizend gulden. Meneer Olijve zei toen tegen mijn vader: “Meneer Jol, uw zoon is zestien jaar, dat kan toch niet?” Toen zei mijn vader tegen mij: “Ja, Mart, dat kun je toch niet vragen?” Dat vond ik wel komisch, mijn eigen zaakwaarnemer die me terecht wees. Dus ze deden het natuurlijk niet en ik had mijn zin.’
Tachtigduizend pond
‘Diezelfde truc paste ik toe in Engeland. Ton van Dalen dwong me met zachte hand alles aan te horen: “Het is hartstikke leuk, ga eerst een paar dagen kijken. Als je het niets vindt, kun je het toch afblazen…?” Dat kon ik natuurlijk niet weigeren, dus ik ben met enige tegenzin gaan kijken. Toen ik daar ging praten, regelde Ronnie Allen plotseling een paar voetbalschoenen en nam me mee naar buiten. Hij pakte een bal, schoot die recht omhoog de lucht in en vroeg of ik ’m kon stoppen. Ik legde de bal dood met mijn achterwerk. Hij keek me lachend aan en gebaarde dat we weer naar binnen konden. “Hoe kan ik je overhalen?”, vroeg hij. Dus ik zei spontaan: Ik wil tachtigduizend pond handgeld. De pond was iets van acht gulden en in die tijd was het een vermogen. Allen zei meteen: “Dat is goed”. Toen zat ik er als het ware al aan vast.’
259 keer in de Premier League
Romeo Zondervan
‘WBA zocht een rechtsbuiten en ik beval Romeo Zondervan aan. Romeo was een enorm talent. Bij FC Twente speelde hij linksback. Ik belde Ton van Dalen en zei: Zet hem rechtsbuiten, want WBA zoekt een rechtsbuiten. Romeo speelde heel goed en werd ook aangekocht. En hij heeft nooit meer op een andere plaats gespeeld.’