Hij is volgens Dick Advocaat misschien de beste voetballer van FC Utrecht. Toch krijgt Simon Gustafson (24) het publiek in Stadion Galgenwaard zelden op de banken. Het verhaal van een voormalige paardenhandelaar die zich wegcijfert in het teambelang en lak heeft aan alles waar de huidige voetballerij voor staat.
De smalle schouders hangen wat naar voren, zijn neus wijst richting het gras. De manier waarop Simon Gustafson op zijn witte kicksen achter SC Heerenveen-middenvelder Michel Vlap aanloopt, heeft iets plichtmatigs. Het is niet voor het eerst vanavond. De stadion-klok leert ons dat er al 64 minuten gespeeld zijn en toch is het broekje van de Zweed nog altijd maagdelijk wit. Een deel van de supporters op de Bunnikside heeft wel weer genoeg gezien van de nummer 10. Na onnodig balverlies van Gustafson wordt er zelfs voorzichtig gefloten.
In dit theater kopen mensen een kaartje voor Willem Janssen of Timo Letschert, rauwdouwers die het gras opvreten. Jongens die elk weekend een marathon lopen, een tegenstander over de boarding werken en bijkans voor de korte zijde het FC Utrecht-logo kussen. Het is precies dát wat de middenvelder uit het Zweedse Mölndal allemaal niet is.
‘Als Simon een keer balverlies lijdt wordt al snel gedacht: Hij is laconiek, doet niks’