Manchester City heeft alweer een zevental gedropt in Nederland en ook de eerste Italiaanse huurlingen zijn geland. AS Roma in Almere, Chelsea in Velsen. Huurspelers uit het buitenland veroveren steeds meer terrein bij de clubs, die intussen wel door blijven vergaderen over het upgraden van de Nederlandse opleidingen.
Het is nu bijna vier jaar geleden dat de KNVB en de clubs de voetbalcrisis te lijf gingen. Wat begon met een conferentie in Utrecht, mondde daarna uit in stapels notities en het wereldrecord vergaderen. Johan Cruijff leefde nog toen de discussie werd afgetrapt in de Domstad. ‘Opleiden is het aller- en allerbelangrijkste’, zei de voetbalicoon die continu lobbyde voor inperking van buitenlandse aankopen in de elftallen. Het aantal werkgroepen, commissies en task forces dat sinds die dag is gelanceerd, is niet meer te tellen. Externe bureaus werden ingehuurd om te adviseren. Rapporten werden volgeschreven en weer gedumpt. Nieuwe goeroes werden aangesteld en weer ‘geliquideerd’. Er moeten de laatste jaren honderden vergaderuren en vele eurotonnen naar brainstormen over de toekomst van onze voetbalidentiteit zijn gegaan. Een wezenlijk andere richting is nog altijd niet gekozen. Nu de eerste clubs in Europa alweer sneuvelen, zullen de directies binnenkort hun meerjarendiscussie over het opwaarderen van de Eredivisie hervatten. Een van de punten die centraal staan op de veranderagenda is het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdopleidingen, zodat het niveau van het Nederlands elftal blijft gewaarborgd en de clubs op den duur weer overzomeren in Europa. Gezien alle energie die erin wordt gestoken, is er op de transfermarkt wel iets geks aan de hand. Daar komen de opleidingen steeds meer onder druk te staan door de komst van huurlingen uit het buitenland. Onze twee profdivisies transformeren meer en meer in showrooms voor topclubs als Manchester City en AS Roma.