Voor het vierde jaar op rij blinkt AZ uit met spectaculaire verkopen. Transfersucces lijkt inmiddels een garantie, maar wat gebeurt er met de marktwaarde van de sterspelers nadat ze naar een topcompetitie zijn geëxporteerd?
Met de verkopen van onder anderen Myron Boadu, Calvin Stengs en Teun Koopmeiners speelde AZ deze zomer weer een hoofdrol op de transfermarkt. Het was alweer het vierde jaar op rij waarin de club ten minste één uitblinker voor minimaal twaalf miljoen euro verkocht. Dat kan PSV de Alkmaarders niet navertellen en Feyenoord al helemaal niet. Tussen 2017 en 2021 deed AZ voor meer dan honderd miljoen euro spelers van de hand en dat is gezien de begroting die nog niet half zo hoog is als die van Feyenoord een prestatie op zich. Ondanks de corona-crisis ging OGC Nice tot het uiterste voor Stengs en was Boadu (AS Monaco) na Donyell Malen de duurst verkochte Eredivisie-speler van deze zomer. Voor een club die nooit meedoet in de Champions League gaan de talenten voor ongekende prijzen over de toonbank. De verkoopresultaten zijn des te opmerkelijker als we de koersen ná de verhuizing bekijken. Bij AZ valt op dat de prijzen van de sterspelers zich na de transfer vaak (nog) niet doorontwikkelen.