Omdat hij alleen nog maar klussen aanneemt die hem triggeren, traint Fred Rutten (56) de gevallen topclub Anderlecht. Behalve dat werken in België hem nieuwe inzichten verschaft, schuilt de uitdaging vooral in de complexiteit van de job. ‘Overal waar ik heb gewerkt, is me één ding altijd gelukt: een elftal aan het voetballen krijgen. Dat sterkt me in de overtuiging dat me dat nu wéér gaat lukken.’
Pas vijf weken in dienst, heeft Fred Rutten zijn eerste succesje in Brussel al te pakken: hij is tenminste niet de trainer van Anderlecht die na twintig jaar, vijf maanden en vijftien dagen in eigen huis van Club Brugge verliest. Op vrijdag wordt die vraag hem in alle ernst gesteld, tijdens de laatste persconferentie voor de Belgische klassieker: of de coach er bang voor is? Rutten antwoordt dat hij er de komende twee nachten waarschijnlijk maar moeilijk van zal kunnen slapen. ‘Dus’, glimlacht hij zondag, na de 2-2 waarmee de thuisreeks zonder nederlaag tegen de aartsrivaal intact blijft, ‘voorlopig kan ik weer even rustig mijn oogjes dichtdoen.’