Na de laptoptrainer kent de voetbalwereld nu ook de laptoptransfer. Memphis Depay verkaste mede op basis van computermodellen naar Olympique Lyon. Op bezoek bij de transferwhizzkids.
Nog zes weken en dan gaat de spelersmarkt weer open. De bewegingen van voetballers in privéjets, makelaars in sportbolides en clubeigenaren op superjachten zullen weer een paar maanden centraal staan. Maar zij niet alleen. Sinds kort is er een nieuwe, nog onzichtbare speler bij gekomen op de markt. Een stel Nederlandse transferwiskundigen van het bureau SciSports. Onlangs draaiden de schijnwerpers naar de jonge databasefirma toen bleek dat Memphis Depay zijn keuze voor Olympique Lyon had bepaald op basis van hun computermodellen. Inmiddels klopten nog drie internationals aan voor een transferadvies.
‘Ze staan heel erg open voor onze data en analyses’, volgens de man achter het bedrijf. Iemand die niet veel ouder is dan de spelers die hij adviseert. Giels Brouwer is een 27-jarige Gelderlander met een studentikoze look. Vanuit een doorsnee kantoorpand in Amersfoort penetreerde hij de glamoureuze transferwereld. ‘We hebben gewoon het computerspelletje Football Manager nagebouwd.’
Nerd
Dat idee ontstond toen hij studeerde aan de Universiteit Twente. ‘De toen befaamde Joop Munsterman kwam college geven over de werking van de transfermarkt. Bij het vak wetenschapsvisies en ethiek nog wel… Veel acties op de markt bleken gebaseerd op onderbuik, intuïtie, gevoel. Ik viel van mijn stoel. Zoals veel jongens van mijn generatie was ik fan van het computerspel waarbij je zelf manager bent van een voetbalclub. Voordat ik een speler kocht, keek ik hele competities na. Spelers, prijzen, statistieken. Alles wilde ik in kaart hebben. Ik was in de veronderstelling dat het in de praktijk ook zo zou gaan. Maar het tegendeel bleek waar. Wat als je algoritmes zou kunnen verzinnen om aan de hand van online voetbaldata de potentie en waarde van alle spelers te rangschikken? Dat was het idee. Ik schreef er een kritisch betoog over, met daaraan gekoppeld een plan. Dat mocht ik gaan uitproberen bij FC Twente.’
Veel acties op de markt bleken gebaseerd op onderbuik, intuïtie, gevoel. Ik viel van mijn stoel
Ineens zat de voetbalfan tussen zijn idolen. ‘Best een rare stap voor een student’, erkent Brouwer. Op een dag kreeg hij een sms van scout Evert Bleuming. ‘Of ik nog een goede spits wist. Als ze dat al aan een stagiair gaan vragen… Ik kreeg het gevoel dat er een wereld te winnen was.’ Met twee medestudenten richtte hij SciSports op. ‘Ik heb veel scoutingsrapporten gelezen. Met zinnen als er zit een goede kop op of had er niet zo’n zin in in de regen. Clubs bleken afhankelijk te zijn van tipgevers, makelaars en netwerken. Ze maakten hoge kosten om de wereld rond te vliegen. Wij wilden dat clubs met een paar drukken op de knop alle voetballers in beeld zouden krijgen die in hun speelwijze en budget pasten. In feite dus het computerspel Football Manager kopiëren naar de praktijk. Zo begonnen we met het programmeren van de database waarin nu driehonderdduizend spelers staan.’
Na FC Twente kwamen al snel Queens Park Rangers en Heracles Almelo met de eerste vragen. ‘In het begin voelde het nog als bezigheidstherapie. We pompten onze studiefinanciering erin en werkten voor niks. Totdat de eerste clubs vroegen of we konden aansluiten in de scouting.’
Vier jaar na de oprichting werken er veertig man. ‘Onder meer Heracles, Vitesse en Racing Genk helpen we structureel met het scannen van de markt. We proberen nu van een nerd-gedreven bedrijf een commercieel bedrijf te worden.’
Weghorst
Vier miljard euro per jaar gaat er om in de transferindustrie. Gezien de steeds verder oplopende bedragen zoeken clubs naar nieuwe wegen om de financiële risico’s te beperken. ‘Je wilt geen miljoenen weggooien terwijl je vooraf had kunnen inschatten dat de speler niet in het systeem past. Zeker voor clubs met kleine budgetten is een miskoop desastreus. Als ze iemand willen kopen, doen we daarom ook vaak een achtergrondanalyse. Alle artikelen en blogs downloaden we, om te bepalen of er positieve of negatieve verbanden worden geplaatst. Voor een Nederlandse club kwamen we er zo achter dat hun beoogde spits al twee keer een ploeggenoot bewust had geblesseerd. Toen hebben ze hem niet gehaald.’
Brouwer scrollt door zijn database. Ook voor hem stroken de uitkomsten soms niet met zijn perceptie. ‘Zo scoort Luciano Narsingh vaak hoger dan je zou denken en blijkt Joël Veltman voor Ajax waardevoller dan Davy Klaassen, die overigens wel meer potentie heeft.’