ADO Den Haag is van de hatelijke nul af. Binnen en buiten het veld was het onrustig de laatste weken, op beide vlakken is het herstel in zicht. ADO Den Haag puzzelt verder en krabbelt op.
Trainer Fons Groenendijk stond in de mixed zone in Waalwijk zijn haar te fatsoeneren. ‘Ik moet wel voor de camera zo’, verklaarde hij terwijl hij de felicitaties voor de eerste seizoenszege in ontvangst nam. Groenendijk was vanwege de felle laagstaande zon met een pet op langs de lijn aan het coachen geweest. Die pet kon hij na afloop afnemen, letterlijk en figuurlijk. De hand door het haar was begrijpelijk, de zichtbare opluchting bij Groenendijk was waarneembaar. De trainer had zijn opstelling aangepast, zijn ploeg had geantwoord. Een desastreuze seizoenstart met nul uit vier was afgewend. Crisis bezworen, eindelijk weer lachende gezichten en tijd voor Haagse humor en bluf.
En weer door, want bij ADO Den Haag weten ze heel goed dat dit pas het begin van het herstel is. De start was vals, de weg is nog lang. Wat dat betreft weinig nieuws, want ADO Den Haag is een traditionele slowstarter in de Eredivisie. Aanvoerder Aaron Meijers had het vorige week na de nederlaag tegen Sparta nog treffend verwoord. ‘Ik heb heel wat slechte starts meegemaakt ja, ik ben er wel een keertje klaar mee. Het is verklaarbaar, maar het blijft frustrerend. Ik ben met Den Haag eigenlijk maar één keer goed gestart, dat was onder Zeljko Petrovic. Maar dat ging daarna alsnog mis. We hebben het zwakke begin de laatste jaren goedgemaakt, met zijn allen veel inspanningen verricht om terug te komen en dat lukte ook. Dat mag een knappe prestatie genoemd worden, maar het zou zoveel makkelijker voor iedereen zijn om gewoon eens goed te beginnen. Voor de rust rondom de club en het elftal, om eens niet direct in de achtervolging te moeten. We mogen ook niet denken dat het nu ook wel weer goed komt. Dat is te makkelijk, we hebben geen enkele garantie.’