Voetballen kunnen we. Oranje schaarde zich in een illuster rijtje door na Brazilië, Duitsland en Zweden als vierde land in de historie met zowel de mannen als de vrouwen een WK-finale te halen. Teruggekeerd in eigen land gaan de schijnwerpers uit en verdwijnen de vrouwen weer voor twee jaar in de schaduw.
Iedere twee jaar als de Oranje-vrouwen het opnemen tegen de rest van Europa en/of de wereld inspireren ze ons. Kijken we naar ze, juichen we voor ze. We kijken met meer mensen naar ze dan naar de Champions League of dan naar de mannen van Oranje. Maar zodra het toernooi voorbij is, stoppen we met kijken.
Over een paar weken keren de vrouwen weer terug naar hun clubs en spelen ze weer anoniem op bijvelden, in de Eredivisie vaak vooral voor familie en vrienden. Dat is best raar, als je je realiseert dat op Jackie Groenen na vrijwel alle Leeuwinnen tot voor kort te zien waren in Nederland. Hoe kun je nou wel je nationale team steunen, maar tegelijkertijd de rug toekeren naar de vrouwencompetitie?