Sherjill MacDonald (37) gooit in een Antwerpse koffietent de een na de andere geweldige anekdote op tafel. Over een rotschop van Khalid Boulahrouz, Amerikanen met geweren op hun heup en Koreanen die de ruggen van ervaren teamgenoten wassen. Steeds volgt er na zo’n verhaal weer een luide bulderlach.
MacDonald heeft na zijn avontuurlijke loopbaan samen met oud-prof Roel van Hemert een zaakwaarnemerskantoor genaamd Real Soccer Management. MacDonald speelde in de jeugdopleiding van Ajax in de generatie van Wesley Sneijder en Nigel de Jong, maar vertrok op vroege leeftijd naar Anderlecht. Daarna ging hij de wereld over: van Hamburg tot West Bromwich en van Chicago tot Busan in Zuid-Korea. Die verhalen over zijn bruisende loopbaan brengen we later.
Als het interview een uur aan de gang is, wil MacDonald ook iets kwijt over een donkere periode uit zijn leven. In Korea kampte hij namelijk met heftige paniekaanvallen. De Nederlander was er zelf heilig van overtuigd dat hij dood zou gaan. Dit is het verhaal van een hartaanval tijdens een schouderoperatie, ritjes naar een Koreaans ziekenhuis en eindeloze wandelingen door het holst van de nacht in Busan.
Om andere mensen te helpen, wil MacDonald zijn ervaringen delen.
‘Mensen praten niet graag over mentale problemen. Vooral in de voetbalwereld zien sommige mensen het als een schande om zich slecht te voelen. Ik vind dat echt grote bullshit. Ik heb veel passie voor dit onderwerp en spreek er graag over. Als ik op straat iemand over mentale problemen hoor praten, deel ik ook mijn eigen verhaal. Ik heb in Zuid-Korea ook op het laagste punt in mijn leven gezeten, maar ik heb er tegelijk ook zoveel van geleerd. Ik denk dat iedereen zo’n periode moet doorstaan om zichzelf écht te leren kennen.’
‘Mijn allereerste paniekaanval kan ik nog goed herinneren. Ik zat in de auto met mijn vriendin en dochtertje onderweg van Amsterdam naar België. Ineens begon het aan de linkerkant van mijn hoofd te tintelen. Ik dacht: What the fack is dit? Doordat ik het links voelde, dacht ik meteen dat het iets met mijn hart te maken had. Ik probeerde relaxed te blijven en wilde geen paniek zaaien. Ik reed stug door, maar op een gegeven moment begon het nog meer te tintelen en barstte het zweet me uit. Ik hield het niet meer zei tegen mijn vrouw: Schat, ik voel me heel erg slecht. We moeten naar het ziekenhuis. Ze schrok heel erg en we zijn er direct heen gereden.’