Na de weken van de wierook was er de week van de waarheid. Peter Bosz moest tegen APOEL Nicosia en Bayern München bewijzen dat hij de vrije val van Borussia Dortmund eindelijk een halt kon toeroepen. VI was erbij en zag hoe een andere Nederlander de hoofdrol greep.
En toen was het crisis.
Van de vijf wedstrijden die Borussia Dortmund in de maand oktober afwerkte, leverde immers alleen het bekerduel met Derde Liga-club FC Magdeburg een overwinning (5-0) op. In de Bundesliga werd verloren van RB Leipzig en Hannover 96 en gelijkgespeeld tegen Eintracht Frankfurt. In de Champions League kwam het elftal van Peter Bosz tegen APOEL Nicosia ook niet verder dan een gelijkspel, nadat eerder al verloren werd van Real Madrid en Tottenham Hotspur.
De bladeren vallen, Borussia Dortmund ook. In de competitie veranderde een voorsprong van vijf punten op Bayern München in slechts enkele weken tijd in een achterstand. En in de Champions League is het nog maar zeer de vraag of de club er na de winterstop nog bij is. Tja, dan wordt op een gegeven moment de noodtoestand uitgeroepen.
Nu gebeurt dat in Duitsland nogal snel. Het begrip crisis is zeker ook bij onze buren aan inflatie onderhevig. Als Dortmund-spits Pierre-Emerick Aubameyang – dit seizoen al goed voor tien competitiedoelpunten – drie wedstrijden op rij niet scoort, schrijven de boulevardkranten over een Tor-Krise. Als in Berlijn een boom op een auto waait, loeien ze over een Wetter-Krise. En Borussia Dortmund wordt de crisis als het ware opgedrongen. ‘Peter Bosz is de enige die nog ontkent dat Borussia Dortmund in een crisis steekt’, constateert Die Welt in wat wordt aangekondigd als de week van de waarheid.