Drie jaar geleden lag de wereld aan zijn voeten. In de jaren die volgden kreeg hij de wereld over zich heen. Aan de hand van de Nederlandse trainer Peter Bosz gaat Mario Götze (25) nu op zoek naar zijn oude ik.
Het is een prangende vraag, zoals hij er vele met zich meedraagt. Is Mario Götze er überhaupt bij als Borussia Dortmund vrijdag van start gaat met de voorbereiding op het nieuwe seizoen? En zo ja, in hoeverre is hij dan hersteld van de stofwisselingsziekte die maanden en misschien wel jaren als een schaduw over zijn carrière heeft gehangen? Kan hij ooit nog aanknopen bij de grootse vorm van weleer? En is uitgerekend Peter Bosz de trainer die hem de kus van een nieuw leven geeft?
Vragen. Vragen. Alleen maar vragen. En dat terwijl het leven van Mario Götze een kleine drie jaar geleden één groot uitroepteken was. Hij was het zinnebeeld van de ongeremde voorspoed. Op 13 juli 2014 werd de kleine voetballer immers groot. Heel groot. In Rio de Janeiro schoot Mario Götze Duitsland naar de vierde wereldtitel en lanceerde hij zichzelf in een duizelingwekkende reis langs sterren en planeten.
Even daarvoor, toen hij nog een aardse sterveling was, stond Götze huppelend langs de lijn van Maracanã, klaar om in te vallen. De WK-finale tussen Duitsland en Argentinië was anderhalf uur na de aftrap nog steeds doelpuntloos. Joachim Löw sloeg nog even zijn rechterarm om de schouder van de speler met het rugnummer 19. De Duitse bondscoach trok zijn pupil naar zich toe en fluisterde in zijn oor een zin die Götze de rest van zijn leven zal blijven achtervolgen. ‘Laat de wereld zien dat jij beter bent dan Lionel Messi’, mompelde Löw.
‘Ik heb het gevoel dat dit doelpunt mij voor altijd zal blijven achtervolgen.’ Götze lachte erbij, maar in zijn ogen flakkerde de eerste angst
In de 88ste minuut van de reguliere speeltijd betrad Mario Götze uiteindelijk het veld. Miroslav Klose, die voor hem naar de kant ging, drukte de invaller nog even aan de borst en Götze begon te rennen. Hij rende en hij rende, hij rende zó de geschiedenisboeken in. De finale was met de stand 0-0 de verlenging in gegaan, de 112de minuut was aangebroken, André Schürrle snelde op links twee tegenstanders voorbij. De voorzet kwam. Mario Götze, die was blijven rennen en rennen, stond vrij als was hij losgelaten in niemandsland. Hij controleerde de bal met de borst en tikte hem met de linkerwreef in de verre hoek. De Duitse tv-commentator brulde met een uitroepteken. ‘Dit is waanzin!’
Het was in ieder geval het begin van de waanzin. Al kort na de finale sprak Götze profetische woorden. ‘Ik heb het gevoel dat dit doelpunt mij voor altijd zal blijven achtervolgen.’ Hij lachte erbij, maar in zijn ogen flakkerde de eerste angst. Alsof hij op 22-jarige leeftijd plots besefte: mijn oude leven is voorbij. Welk nieuw bestaan ga ik in godsnaam tegemoet?