De Europese triomftocht, midden in een periode van nationale voetbalmalaise. Met dank aan Peter Bosz staat Ajax aan de vooravond van de finale. Over de manier waarop een visionair de Amsterdammers en het Nederlandse voetbal de juiste richting op wijst.
De krantenbezorgers in Vinkeveen maken zich op donderdagochtend al op voor hun rondje, als het licht nog brandt in huize-Bosz. Het is inmiddels al bijna half vijf, maar de televisie staat nog aan. De wedstrijd Ajax-Olympique Lyon van de vorige avond staat op. De afstandsbediening in de hand van de heer des huizes fungeert als een soort joystick. ‘Die opties heb ik van mijn vriendin geleerd’, zegt Peter Bosz de volgende middag. ‘Tv on demand heet dat, of zoiets. Dan kan je dus gewoon terugkijken en vooruit- en terugspoelen. In de nacht na een wedstrijd kan ik altijd maar moeilijk in slaap komen, dus kijk ik onze wedstrijd meestal direct even terug.’
Het gevolg is met regelmaat een status als nachtbraker. Ook nu, nadat de avond was begonnen met een wervelende voetbalshow in Amsterdam, gevolgd door een volksfeest voor het stadion, waarbij de spelers op het parkeerdek als helden werden geëerd. Bosz zat tijdens alle euforie op zijn kenmerkende kalme toon voor de media zijn weergave van het duel te geven. Om vervolgens met een paar vrienden, zijn kinderen en zijn vriendin later op de avond thuis een fles wijn open te trekken. In een paar uur tijd kruisen allerlei gelukzalige momenten elkaar. Toch blijft de trainer uiteindelijk alleen over. En dat bevalt hem maar al te goed. ‘Dan kijk ik de wedstrijd terug en ben ik alweer helemaal bezig met analyseren. Wat gebeurt er precies bij cruciale momenten? Hoe komen die tot stand? Staan we goed? Wat doet de tegenstander? Waar komen mensen vrij? Waar komen wij aan het voetballen toe?’ De ene na de andere vraag schiet bij Bosz in zijn hoofd voorbij.
Als een ware voetbaljunk beleeft hij zijn vak. Geen moment rust, geen moment échte afleiding. Pas na het seizoen, als Bosz op zijn geliefde Curaçao potjes tafeltennis met vrienden speelt of met een wijntje over de Caraïbische Zee staart, heeft hij enigszins rust in zijn lijf. Verder is het lichaam continu op de voetbalstand afgesteld. Zelfs genieten van het succes is er nauwelijks bij. En dat weet Hendrie Krüzen maar al te goed. Toen het laatste fluitsignaal tegen Olympique Lyon klonk, stopte Bosz zijn bril weg om de catacomben in te duiken. Totdat zijn trouwe assistent hem vastpakte en verplichtte te blijven kijken. ‘Hij zei: “Blijf nou eens genieten, man. Kijk om je heen”. Dat heb ik gedaan en daar heb ik geen spijt van gehad. Ik zag dat alle mensen waren blijven zitten om de spelers uitzinnig van vreugde toe te juichen. Bijzonder, heel mooi.’
Zonder lef en durf maken we geen kans. Als we niet gaan voetballen, zijn we verloren
Het genieten van het moment. Bosz kan het zelf nauwelijks opbrengen, maar opvallend genoeg geeft hij het wel met regelmaat mee aan zijn spelers. Ook richting het eerste duel met Lyon. In een bespreking die niet meer dan drie minuten duurt, legt de trainer de nadruk op drie ijkpunten: durf, publiek en genieten. ‘Zonder lef en durf maken we geen kans. De spelers moeten elkaar in durven spelen. Als we niet gaan voetballen, zijn we verloren. Zij zijn sneller, sterker en meer ervaren. Lef en durf van ons moeten dat compenseren. En het publiek draagt daaraan bij. Probeer het gevoel van het publiek in je op te nemen, heb ik ze meegegeven. Dat die mensen je gaan dragen, dan vergeet je de vermoeidheid. Dat is gelukt en zag ik later ook op de beelden terug. En het derde aspect is inderdaad het genieten. Een halve finale in de Europa Cup. Zo veel spelers is dat niet gegeven. Jullie hebben ervoor gezorgd dat je er staat, geniet er dan ook van. Genieten deden ze, de spelers, de fans in het stadion en de liefhebber thuis voor de tv.’