In de nieuwe biografie over Piet Keizer wordt zijn door horten en stoten gekenmerkte loopbaan in Oranje geanalyseerd. Tevens spreekt een ontroerde Willem van Hanegem zijn bewondering en genegenheid uit voor ‘de complete voetballer die het geen enkele moeite kostte om het fijne werk uit te voeren’.
Sprekend over Piet Keizer, die hij ‘zo mooi apart en eigengereid’ vond, valt Willem van Hanegem plotseling stil. Zijn ogen staan vol tranen en een brok in de keel verhindert hem verder te gaan. Willem schudt het hoofd en maakt een verontschuldigend gebaar. Even geduld. Hij moet huilen om de Ajacied die hij zo hoog had zitten.
Als de tranen zijn gedroogd en hij zijn keel heeft geschraapt, zegt Willem: ‘Ja, ik vind het erg dat hij er niet meer is. In je leven kom je een paar mensen tegen die je heel bijzonder vindt. Piet Keizer was zo iemand. En opeens was hij er niet meer. Ik had hem graag nog eens gesproken. Ja, ik mis hem.’