Real Madrid heeft het imago van een koopclub, maar de realiteit is dat de laatste grote aankoop dateert van vier jaar geleden. Waarom de wereldsterren niet meer naar Madrid komen.
In de zomer van 2009 bezegelde Florentino Pérez zijn terugkeer als voorzitter van Real Madrid met enkele symbolische gongslagen. Megatransfers die een aardverschuiving veroorzaakten in het Europese clubvoetbal. De Gouden Bal-winnaars van 2007 en 2008 werden vastgelegd, net als het op dat moment grootste talent van Frankrijk. In totaal gaf de Spaanse club die zomer een waanzinnig bedrag van 248 miljoen euro uit aan zeven versterkingen. Dat komt neer op een gemiddelde van 35 miljoen euro per speler.
Voor Cristiano Ronaldo werd een recordsom van 94 miljoen euro neergeteld, Kaká kwam voor 65 miljoen over van AC Milan, de 22-jarige Karim Benzema kostte Real 35 miljoen en voor Xabi Alonso werd nog eens dertig miljoen betaald. De machtsontplooiing van de club op de transfermarkt leverde verhitte discussies op in media. Toenmalig UEFA-voorzitter Michel Platini sprak zich na de overgang van Ronaldo uit in L’Equipe. ‘Persoonlijk kan ik niet begrijpen dat je 90 miljoen voor een speler uitgeeft. Het klopt niet, het is niet normaal. Ik houd er helemaal niet van.’
Het exorbitante uitgavenpatroon van Real Madrid gold lang als excentriek en dat was het ook. Tegenwoordig is het de norm. Veertig miljoen euro is zo’n beetje de instapprijs geworden voor een meer dan gemiddelde voetballer. Anders valt er niet eens te praten. Met terugwerkende kracht kun je zeggen dat Florentino Pérez zijn tijd vooruit was.
Alleen is op dit moment iets vreemds aan de hand. De winnaar van de afgelopen twee Champions League-edities lijkt op transfergebied achter de muziek aan te lopen. Er is door Real Madrid al lange tijd geen voetballer vastgelegd uit het absolute topsegment. James Rodríguez is laatste Galáctico die als grote aankoop in het Estadio Santiago Bernabéu werd gepresenteerd. Pérez betaalde 75 miljoen euro voor de Colombiaan nadat hij had uitgeblonken op het WK van 2014. Sindsdien heeft koopclub Real Madrid alleen nog maar geld verdiend op de transfermarkt. Afgelopen zomer gaf De Koninklijke 46,5 miljoen euro uit en kwam er dankzij de verkoop van onder anderen Álvaro Morata, Danilo en Mariano Diaz en de verhuur van James Rodríguez 124 miljoen binnen. Ook in het seizoen 2016/17 kwam er merkwaardig genoeg meer geld binnen dan er uitging: 37 miljoen tegenover 30 miljoen. Meet je het over de afgelopen vijf jaar dan gaf de club 456 miljoen euro uit en kwam er 403 miljoen binnen.
Nu de achterstand op Barcelona is opgelopen tot zestien punten, krijgt trainer Zinedine Zidane steeds meer vragen over mogelijke aankopen. In aanloop naar het bekerduel met Numancia afgelopen woensdag herhaalde de Fransman echter wat hij al enige weken herhaalt. Dat hij geen behoefte heeft aan nieuwe spelers. ‘Ik heb niemand nodig. Ik geloof in mijn team. In een seizoen loopt het soms moeilijk. We kunnen alleen vooruit. We zien wel wat er nog gebeurt tussen nu en het einde van het seizoen.’
Wat is er aan de hand? Kan Real Madrid zich geen miljoenentransfers meer veroorloven? Is de club bewust van koers veranderd? Of is dit allemaal slechts stilte voor de storm? De werkelijkheid blijkt zoals zo vaak gecompliceerd.
Een verklaring in drie stappen.