Als beginnend hoofdtrainer maakt Rob Penders (46) indruk bij FC Eindhoven. Terwijl hij zich onderscheidt met een kabouterbudget, ziet hij zijn geliefde NAC Breda onverminderd worstelen met onrust en verdeeldheid. Penders over de lessen van Henk ten Cate, rekenen op het trainingsveld en kwetsbaarheid als kracht.
In de kantine van het Jan Louwers Stadion ruikt het letterlijk naar frietvet. Figuurlijk naar de vorige eeuw. Het meubilair is gedateerd, aan de wand hangen uitgeprinte velletjes met daarop de iconen van FC Eindhoven. Club met een glorieus maar grijs verleden. Oudste voetbalvereniging van Eindhoven, eens de populairste van stad, landskampioen in 1954. PSV staat op lichtjaren afstand, dat zal niet meer veranderen. Maar de stadgenoot speelt nog altijd betaald voetbal. En heeft dit seizoen weer kleur op de wangen gekregen, onder een nieuwe trainer. Rob Penders vouwt zijn lange lijf in een krakkemikkig stoeltje. Dit seizoen is hij één van de best presterende trainers in het betaalde voetbal, al valt het weinig mensen op. Bij FC Eindhoven, qua budget een laagvlieger in de Keuken Kampioen Divisie, is het voetbal verzorgd en worden spelers beter. De nummer vijftien van vorig seizoen staat nu derde. Penders werd onlangs beloond met de prijs voor beste trainer van de Derde Periode. En met een nieuw contract, tot de zomer van 2024.