Hij moest nog twintig worden toen Ronaldo Luís Nazário de Lima twee seizoenen te aanschouwen was in het shirt van de Philips Sport Vereniging. Hij had de groeistuipen, de puisten en de onschuldige lach die bij een opgroeiende puber horen. Maar met een bal aan de voeten was de Braziliaan toen al een fenomeen, die geen enkele twijfel kende als hij regelrecht op een obstakel afkoerste. En met een notitieboekje in de buurt was hij haast net zo onverschrokken.
De keren dat Voetbal International tussen 1994 en 1996 bij Ronaldo aanschoof, gaf hij op elke vraag een antwoord en liet hij het zelfs niet na zo nu en dan een sneer naar een ploeggenoot uit te delen. Dan was ook een routinier als Jan Wouters niet veilig. ‘Hij maakt ook zo vaak een fout, dan zeg ik niets over hem’, aldus de voetballer die op dat moment net achttien lentes telde. ‘Maar als ik een verkeerde pass geef of iets uitprobeer wat niet lukt, dan reageert hij meteen…’
'Ik zei niets, de trainer zei niets. Het kon niet meer uitgepraat worden. Hoe heet dat liedje van Marco Borsato ook alweer? Ik leef niet meer voor jou. Zo was het'
Voor aflevering 8 van de serie Historische Interviews voegen we twee gesprekken samen die de Eredivisie-topscorer van het seizoen 1994/95 voerde met VI-redacteur Frans van den Nieuwenhof. Twee gesprekken vol vlijmscherpe quotes. De eerste is uit juni 1995, als de Braziliaan terugkijkt op een seizoen waarin Ajax, de club waarheen hij eerst dacht te gaan, zijn PSV op alle fronten heeft afgetroefd, maar uitspreekt dat hij de Eindhovense club nog vele jaren wil dienen. Het tweede interview heeft plaats als Ronaldo veertien maanden later is gepresenteerd als grote aankoop van Barcelona en hij zijn vertrek volledig in de schoenen schuift van trainer Dick Advocaat. Frank Arnesen, destijds met Advocaat een technisch koppel bij PSV en nu bij Feyenoord, kreeg juist een bedankje.