Ryan Gravenberch was onlangs duidelijk over een van zijn verbeterpunten: zijn productiviteit moest omhoog. De negentienjarige middenvelder is zelfkritisch en leergierig, maar staat dit seizoen nog altijd maar op één treffer. ‘Ik moet meer en beter afwerken.’
Het is een bekende afwerkoefening als de reguliere groepstraining bij een voetbalclub voorbij is. Ook bij Ajax. Terwijl de verdedigers vaak wat lange passes oefenen en op die manier aan hun specifieke kwaliteiten werken, houdt een groepje zich op bij het doel. Assistent-trainer Richard Witschge staat met wat ballen naast het doel en speelt strak de bal in op een speler die zich buiten het strafschopgebied begeeft. Die speler moet de bal, die op volle snelheid komt, aannemen om vervolgens direct af te werken. Met één van de keepers op doel is het voer voor een boeiende onderlinge strijd, waarbij tegelijkertijd, veelal onbewust, aan de traptechniek en het afronden wordt gewerkt.
