Het is zondagochtend net na zonsopgang als de terugreis begint. 996 kilometer te gaan, terug naar Nederland. Op deze vroege ochtend in Mayrhofen zijn de gedachten bij Abdelhak Nouri, zoals dat eigenlijk sinds zaterdagavond 17.26 uur elke seconde het geval is. Appie, zoals hij liefkozend door iedereen wordt genoemd, vecht voor zijn leven. Het bericht van Ajax, vlak voor vertrek, dat hij nog op de intensive care ligt, maar buiten levensgevaar is, geeft een hoopgevend gevoel. Toch laten de beelden niet los, de gedachten geven geen ruimte voor rust.
Die namiddag, een dag eerder in Hippach, Zillertal. Het begon zo vol traditioneel voorbereidingspraat. Een bellende speler (Jairo Riedewald), niet meespelend maar dicht bij een transfer, opstellingen op blaadjes vluchtig in elkaar geknutseld, veel supporters, vol nieuwe verlangens, de geur van een net besproeide grasmat, spelers die staan te popelen om zichzelf te laten zien. Het leven was goed tussen de Oostenrijkse bergtoppen. Tot dat ene moment. De bal is op rechts, maar Nouri heeft er allang geen oog meer voor. Hij wandelt, stopt, zakt door zijn knieën en ligt gestrekt op de grond. De jolige sfeer langs de kant, zoals vaak bij oefenduels, is plots verdwenen. Het wordt stil, heel stil. De minuten die volgen lijken uren te duren. Het beeld is onwerkelijk en angstaanjagend tegelijk. De clubartsen van Ajax en Werder Bremen, de EHBO, een ambulance die aan komt rijden, spelers die naar de zijkant van het veld worden gemaand, grote schermen rond de plek, de apparatuur vanuit de ambulance, de bewegingen van een reanimatie. Dit kan niet waar zijn. Spelers en begeleidende staf van Ajax huilen en bidden. Toeschouwers doen handen voor hun ogen, laten tranen de vrije loop, andere fans zoeken bij elkaar steun. Niemand praat, het is muisstil, alleen een kerkklok in de omgeving is hoorbaar. Als symbool van geluk en hoop; exact dat wat Nouri vandaag, zo onverwacht en onwezenlijk, zo hard nodig blijkt te hebben.
De tijd staat stil. Dan is daar het geluid van een helikopter, landend op het veld, waar even daarvoor 22 spelers deden wat zij het leukste vonden: voetballen. Onbezorgd, met ambities en plezier. Er komt een bericht. Nouri is stabiel, heeft hartslag en wordt in slaap gehouden. De medische update verspreidt zich snel onder de mensen. Een zucht van verlichting gaat door het stadionnetje. Toeschouwers worden verzocht te vertrekken, de straten in en rond het dorp hoeven niet langer leeg te blijven voor de medische hulp. In doeken gewikkeld en op een brancard wordt Nouri in de helikopter getild. Spelers en begeleiding van Ajax kijken toe. De gevoelens zijn ongrijpbaar. Hun Appie, gegrepen door het lot.
De gedachten gaan terug naar eerder in de week. Elke ochtend weer die ontwapenende glimlach van een talent in bloei. Appie Nouri wilde zo graag. Een enkelblessure hield hem een paar trainingen aan de kant, maar hij wilde van extra rust niets weten. Het verlangen naar de bal was sterker dan een pijnlijke enkel. En dus kwam hij elke dag als eerste op zijn mountainbike aan rijden. Met Hakim Ziyech aan zijn zijde. Zijn ploeggenoot, vriend, kamergenoot, voorbeeld. Het tweetal is elkaars concurrent op het middenveld, maar dat zorgt allerminst voor afgunst. Integendeel. Sowieso komt een emotie met negatieve lading niet voor in het karakter van Nouri. Zelfs als hij tijdens het raften door Klaas-Jan Huntelaar wat robuust van de ene naar de andere boot wordt getakeld, en daarmee een kras op zijn voorhoofd oploopt, blijft de vrolijkheid van hem afspatten. 'Ze noemen me nu Scarface', sprak hij luchtig met gevoel voor zelfspot.
Het ondeugende karakter werd een dag later zichtbaar op het trainingsveld. Aan het einde van de sessie koos trainer Marcel Keizer voor een partijspel met drie teams. Als Nouri met zijn ploeg tegenover de ploeg van Huntelaar staat, en de spits dreigt te gaan scoren, kan de kleine technicus een staaltje kattenkwaad niet langer ophouden. Huntelaar gaat vanaf links met een verdediger op zijn hielen op het doel af. In plaats van te schieten, geeft hij de bal af naar iemand naast zich, als reactie op een kreet dat er iemand vrij zou staan. Er is echter geen medespeler in de buurt te bekennen. De roep was afkomstig van Nouri, tot grote hilariteit van alle spelers op het veld. Zelfs de immer fanatieke Huntelaar en druk coachende Keizer kunnen een lach niet onderdrukken als ze Nouri ondeugend met de bal ervandoor zien gaan.
Toch overheerst tot het bewuste moment op zaterdagmiddag vooral weer de pure klasse van Nouri. In elk partijspel en positiespel zoeken spelers hem op, als een moeilijke situatie dreigt of ze zitten in het nauw wordt de bal zo snel mogelijk bij Nouri ingeleverd. Wetende dat hij met zijn fijnbesnaarde technische superioriteit in de kleinste ruimte tot een bekwame oplossing komt. Op de donderdagtraining zet hij met een geweldige steekpass Huntelaar alleen voor de keeper. Het levert zelfs van tegenstanders complimenten op. Nouri ziet oplossingen op het veld, waar andere spelers niet aan denken. Laat staan dat een goede uitvoering mogelijk is.
Het levert hem al een decennium lang een status vol superlatieven op. 'In mijn jeugd was spelen tegen Ajax, spelen tegen Appie. Iedereen had het al weken van tevoren over hem.' Aan het einde van vorig seizoen schetste Frenkie de Jong, die de jeugdopleiding van Willem ll doorliep, een pakkend beeld uit zijn jeugdjaren. Sinds Nouri op zijn zevende op de Toekomst verschijnt en zich in een Ajax-shirt hult, is zijn ster rijzende. Zijn klasse, in de vertegenwoordigende elftallen van Oranje en de jeugdteams van Ajax, kenmerkt zich door torenhoge verwachtingen. Er stond geen maat op zijn talent. Zoals dat vaker gaat met goede jonge voetballers bij Ajax, maar bij Nouri werd het nog meer zonder enige twijfel verwoord. En hij antwoordde zoals alle grote voetballers dat doen, met zijn voeten. Het was een kwestie van tijd voordat hij de wereld ging betoveren met zijn onbegrensde vaardigheden.
Menig speler was allang zichzelf tegengekomen, mokkend wachtend op zijn kans, of was door alle aandacht naast zijn schoenen gaan lopen. Nouri niet. Hij wilde gewoon doen waar ze hem het meest gelukkig mee maken: een veld en een bal. En het tenue van Ajax. In mei waagde ik het erop, als journalist die het weer eens beter dacht te weten. Of verhuur aan een andere club geen betere optie was? Nouri wilde er niets van weten. 'Ik begrijp dat u het vraagt', zelfs tutoyeren kwam bij de beleefde jongen niet in hem op. 'Maar ik kan niet voor een andere club in Nederland spelen. Dat voelt niet goed. Dat ik dan tegen Ajax moet spelen, daar kan en wil ik me niets bij voorstellen. Ik wil slagen bij Ajax, dat ben ik ook aan zoveel mensen verplicht. De trainers binnen Ajax, mijn medespelers, maar ook de fans. Kippenvel, telkens weer, als ze me toezingen. Zo vaak denk ik: trainer, alstublieft, mag ik spelen? Mag ik minuten maken? Maar ik zeur niet hoor, zeker niet. De trainer beslist en ik moet het zelf voetballend afdwingen. Dat wil ik volgend seizoen gaan doen.'
De hunkering naar speelminuten, maar wel in combinatie met een realistische blik op zijn omgeving en de verhoudingen binnen een team. Het maakte van Nouri een speler met klasse in zijn voeten en zijn hoofd. Zijn droom was Ajax 1 en die droom moest werkelijkheid worden onder Marcel Keizer, de trainer die afgelopen seizoen dagelijks zijn brille mocht aanschouwen.
De duidelijk aangeslagen Ajax-trainer Marcel Keizer reageert op de hartproblemen van Abdelhak Nouri. https://t.co/3x7HYpX8ga pic.twitter.com/SeK5UMI6yb
— NOS Sport (@NOSsport) 8 juli 2017
Tot zaterdagavond 17.26 uur niet alleen Zillertal, maar de hele voetbalwereld voor even stilstond. Appie Nouri, een jongen twintig jaar met dromen en verlangens, lag daar op het Oostenrijkse gras. Het hart haperde behoorlijk, stond waarschijnlijk zelfs enige tijd stil. Een groot hart. Niet alleen voor voetbal, maar ook voor zijn omgeving. Of het nou het uitreiken van medailles na een hardloopwedstrijd betreft, het geven van trainingen aan jeugdspelers of een bezoek aan zieke fans. Nouri stond op elk moment paraat om zijn sociale gezicht te tonen. Niets was gespeeld, de kraaloogjes, de vrolijke blik en het respect voor iedereen om zich heen. Hij maakte het leven van eenieder binnen Ajax, fans en buitenstaanders net iets mooier. Onbewust is zijn voorkomen dan ook bovenal een stimulans voor elk kind. Nouri is juist zo'n aansprekende speler omdat het ieder jongetje op straat kan zijn. Hij laat zien dat voetbal in de eerste plaats een spel is van behendigheid, vaardigheid en inzicht. Geen in de sportschool opgebouwde spierbundel en een product van fysieke trainers. Nouri laat al die jongetjes en straatvoetballers dromen.
'Appie is onderdeel van Ajax 1, maar Appie is ook echt Ajax', sprak Keizer emotioneel bij terugkomst in Nederland. Woorden die de kern raken. Niet alleen het hart van de jongeling, maar het hart van Ajax en een voetballerij vol talent is geraakt.
Stay Strong Appie, geweldig ventje!