Sven van Beek is weer actief in de Eredivisie. Niet bij zijn Feyenoord, maar bij Willem II. Met elf tegengoals in twee wedstrijden beleeft hij een valse start in Tilburg. En dat is nog netjes uitgedrukt. Maar Van Beek is gekomen om Willem II te helpen. ‘Als ik weer laat zien wat ik kan, help ik mezelf en de club. Daar gaat het om.’
‘Voor Willem II geldt de avondklok de hele dag’, mompelt een Tilburgse steward. In het voorbijgaan naar de mixed-zone passeren we een groepje stewards. Ze stralen dezelfde wanhoop uit die Willem II op het veld laat zien. We staken de ferme pas en schuifelen langzaam voorwaarts om te kunnen horen wat ze verder zeggen. ‘Het is al weken vijf voor twaalf toch?’, vangen we op. Het antwoord is nog stelliger: ‘Vijf óver twaalf bedoel je zeker?’
Aangekomen in de mixed-zone nemen we plaats achter een hek. Wachtend op de trainer en spelers die na de pijnlijke afgang tegen een frivool spelend FC Utrecht ongetwijfeld termen als Eredivisie-onwaardig en schamen gaan gebruiken. Heel veel mildere bewoordingen zijn er ook niet te vinden om de afgang tegen Utrecht samen te vatten. Willem II heeft zichzelf afgelopen vrijdag belachelijk gemaakt.
'Niemand doet het expres, daar ben ik van overtuigd, maar kom op, hé, we moeten spelen om te overleven. Woensdag tegen ADO moeten we er staan. Het moet'
Met een gezicht op onweer stond Van Beek beleefd de pers te woord na afloop van de schrobbering van jewelste. Met 0-6 waren de Tilburgers afgeschminkt, Van Beek wist niet wat hem was overkomen. Met ongelovige ogen, zichtbaar vol verbazing over wat hij om zich heen had zien gebeuren, deed hij zijn verhaal. De Feyenoord-huurling stak zijn frustratie niet onder stoelen of banken.