Klinkt wel heel makkelijk die aanpassing van zijn ooit zelfbedachte eretitel. Dat is het ook. Maar tegelijkertijd raakt The Not So Special One wel de kern, beter nog met de toevoeging: Anymore.
Weinig trainers in het voetbal met zo'n conduitestaat, dat moet gezegd, maar de laatste serieuze prijs die José Mourinho als manager won is de Europa League met Manchester United. En die dateert alweer uit mei 2017, toen het jeugdige en frivole Ajax van Peter Bosz zich stuk liep op het betonnen voetbal van de Portugees. Nu Mourinho voor de tweede opeenvolgende keer de Champions League dreigde mis te lopen met Tottenham Hotspur en in de Europa League werd uitgeschakeld door het toch vrij bescheiden Dinamo Zagreb, is zijn ontslag in Noord-Londen niet helemaal onlogisch.
Dat leek zijn aanstelling bij The Lilywhites in november 2019 juist wél. Mauricio Pochettino, zielsverwant van Johan Cruijff en Marcelo Bielsa, prediker van schoon en aanvallend spel, werd opgevolgd door zijn absolute tegenpool. De man voor wie het resultaat immer boven alles gaat en die er niet voor had teruggedeinsd het droomelftal van Barcelona te bestrijden met grof geweld. Zouden nu ook de leliewitte shirts van Spurs worden besmeurd, zo werd hier en daar gevreesd bij de achterban. Ja, gaf Mourinho al snel zelf het antwoord. Zonder klootzakken win je nooit iets.
Goed anderhalf seizoen Mourinho bij Tottenham Hotspur samengevat in vier wedstrijden.