Zes jaar geleden speelde Thomas Meunier (26) nog bij Virton in de Belgische Derde Klasse. Inmiddels is hij rechtsback van Paris Saint-Germain. Al heeft niet iedereen dat door. ‘Ik dacht: Wat doe ik in godsnaam hier?’
Het EK van 2016 betekende zijn doorbraak. Thomas Meunier werd basisspeler na de nederlaag van België tegen Italië. Napoli, West Ham United, Manchester City en Torino toonden die zomer allemaal belangstelling voor de aanvallend ingestelde rechtervleugelverdediger, maar het was PSG dat hem presenteerde als opvolger van Gregory van der Wiel. Een ware droombestemming voor de 26-jarige Belg, zo blijkt. ‘Ik heb voorstellen gekregen die financieel aantrekkelijker waren, vooral uit Engeland, maar dat was niet mijn prioriteit.’ Zelfs Aston Villa, gedegradeerd naar het Championship, deed een beter voorstel dan de Franse club. ‘Toen mijn makelaar vertelde dat PSG interesse had, heb ik hem gezegd alle andere opties te laten. Ik heb mijn moeder en mijn vriendin gebeld en zij gingen honderd procent akkoord. Het was tenslotte Parijs! Het ging om meer dan het sportieve. Ik kreeg de kans te gaan wonen in een mythische stad met een onvoorstelbare culturele rijkdom.’
Meunier tekende een contract voor vier seizoenen, met een jaarsalaris van meer dan een miljoen euro zonder premies. Club Brugge kreeg tussen de zes en de zeven miljoen euro. De verdediger komt in Parijs aan met de status van een nobody. Hij is het symbool van de bescheiden transferzomer van PSG in 2016, met andere nieuwkomers als Hatem Ben Arfa en Grzegorz Krychowiak. Een jaar later zou dat een compleet andere wending krijgen. In de fanshop op de Champs Elysées trekken sommige verkopers de wenkbrauwen op wanneer ze het shirt zien met de naam van de Belgische international erop: ‘Meunier qui?’
Kluivert vroeg wie ik was. Terwijl hij kort daarvoor mijn transfer had geregeld
Nog verrassender, zelfs enigszins verontrustend, is een anekdote die Thomas Meunier recent onthulde. Toen hij nog geen woning had en in het vaste hotel van PSG verbleef, stapte de nieuwbakken Parijzenaar eens in een taxi, samen met de technisch directeur van toen, Patrick Kluivert.