Nederland is toe aan verandering. Oranje mist voor de tweede keer een eindtoernooi, we zijn ons ticket voor de groepsfase van de Champions League kwijt door aanhoudende wanprestaties in Europa en in de internationale topcompetities werkt geen enkele Nederlandse trainer meer. Genoeg reden voor VI om twintig prominenten bij elkaar te brengen voor een congres waarbij de vraag ‘trainen we nog wel hard genoeg’ centraal stond. Dat leverde tien inzichten op die veel verder reiken dan alleen de fysieke component.
1. Start een lobby voor meer beweging in het onderwijs
Als Rinus Michels in 2000 het boek ‘teambuilding’ schrijft over zijn voetbalvisie, wijst hij op een groot probleem aan de basis van het Nederlandse voetbal: de jeugd speelt niet meer op straat. Jaren daarvoor heeft hij bij de KNVB samen met Bert van Lingen het zogenoemde Jeugdplan Nederland gemaakt om dit probleem te ondervangen. Daarmee is Nederland zijn tijd ver vooruit, maar de huidige situatie valt desondanks niet los te zien van de jeugd die steeds minder beweegt. Een breed vraagstuk wat in landen als België, Duitsland, Engeland en Portugal eveneens aan de orde van de dag is. Het is simpelweg een symptoom van welvaart en technologische innovatie. Daar is weinig aan te veranderen. De tijd waarin op ieder pleintje jongens aan het voetballen waren, komt niet meer terug.
De oplossing voor dit probleem aan de basis ligt voor een belangrijk deel buiten het voetbal: in het onderwijs ligt de sleutel naar een fittere jeugd. Hoe meer de jeugd beweegt, hoe groter de vijver met talent waaruit gevist kan worden en hoe groter de kans dat Nederland succesvolle voetballers voortbrengt. Hoog tijd dus om een lobby te starten voor meer beweging in het onderwijs. De Romeinen spraken al over een gezonde geest in een gezond lichaam. Waarom zou dat in 2018 geen nastrevenswaardig ideaal meer zijn?