Ajax won in het seizoen 2008/09 van een tegenstander, Borac Cacak, die in de greep was van de gokmaffia. Dat bleek uit een zwartboek dat de internationale spelersvakbond FIFPro begin 2012 presenteerde. Wie tegen Oost-Europese ploegen speelt, moet ervan uitgaan dat die zijn benaderd om wedstrijden te manipuleren, zo luidde de conclusie. De gedachten gingen in Amsterdam meteen naar een Champions League-wedstrijd die niet lang daarvoor zo veel pijn had gedaan.
Het is deze maandag precies negen jaar geleden dat Ajax op weg leek naar de knock-outfase van het miljoenenbal. Halverwege het laatste groepsduel leidde Real Madrid weliswaar met 0-2 in De Arena, maar in Zagreb stond het 1-1 tussen Dinamo en Olympique Lyon. Als de Fransen daar toch een zege zouden boeken, was het verschil in doelsaldo nog altijd sterk in het voordeel van de ploeg van trainer Frank de Boer. Iets meer dan 45 minuten later was het 1-7 geworden in Kroatië, lag Ajax alsnog uit de Champions League en raakten mensen niet uitgesproken over de manier waarop de Franse doelpunten tot stand waren gekomen en vooral over het bijzondere gedrag van Knipoog-Kroaat Domagoj Vida.
De UEFA wordt in zijn hemd gezet als 24 uur na het echec van Zagreb de politie de Van Oostveen en Van Egmond van Kroatië van hun bed licht
We reizen terug naar de dagen, weken, maanden dat de vermoedens van omkoping steeds sterker werden, en Iwan van Duren en Tom Knipping in VI met een een geruchtmakend verhaal over matchfixing kwamen. Op deze plek kun je dat opnieuw lezen. ‘Ook ik speelde uiteindelijk gefikste wedstrijden. Niet omdat ik dat wilde, maar omdat ik gedwongen werd door het management. Ik werd afgeperst en vernederd.’