Het grote geld zit in Engeland, de Europese competities worden gedomineerd door Spaanse clubs en de duurste speler ter wereld speelt in Frankrijk. Hoe anders lagen de kaarten een kleine twintig jaar geleden. In de jaren negentig was de Italiaanse Serie A het beloofde land van de voetballerij. Een oranje getinte terugblik op de smaakmakers en toonaangevende ploegen van het spektakel dat de Serie A nog niet zo lang geleden was.
De dag dat alles mis ging voor het gouden AC Milan
Pietro Fanna, aanvoerder van Verona, liep alleen door de gangen van het Stadio Marcantonio Bentegodi toen hij het hoorde. Het geluid van gehuil kwam uit de kleedkamer van de bezoekers. De bezoekers; het AC Milan van Arrigo Sacchi. Het waren tranen van verdriet die Fanna hoorde. Verdriet omdat Milan z’n titelkansen zojuist had verspeeld.
Datzelfde Milan toonde zich twee maanden later een Europese grootmacht, door voor het tweede seizoen op rij de Europa Cup - nu de Champions League - te winnen. Een prestatie die pas 27 jaar later - vorig seizoen - geëvenaard zou worden door Real Madrid.
Dankzij de eindwinst van AC Milan in de Europa Cup-finale werd het seizoen 1989-1990 het enige seizoen in de geschiedenis waarin de drie grote Europese prijzen allemaal gewonnen werden door clubs uit één land. Gianluca Vialli had Sampdoria met twee treffers de Europa Cup II bezorgd tegen Anderlecht, terwijl Juventus de UEFA Cup op z’n naam schreef na een Italiaanse finale tegen Fiorentina. En om de kracht van de het Italiaanse voetbal nog eens extra te onderschrijven; opvallend genoeg wist geen van die Europese finalisten ook de Serie A te winnen. Het was het begin van tien jaar Italiaanse dominantie op de voetbalvelden.
Terug naar de tranen in die Veronese kleedkamer van AC Milan.
Milan haatte de uitwedstrijd bij Verona. Ooit - in 1973 - verloren de Milanezen de koppositie na een 5-3 nederlaag, een nederlaag die later bekend kwam te staan als ‘La Fatal Verona’. Dit was het vervolg. Met nog twee speelronden te gaan stond Milan bovenaan de ranglijst, gelijk in punten met het Napoli van Diego Maradona.
AC Milan had sinds april de leiding in de competitie en begon goed tegen Verona. Het kwam op een 1-0 voorsprong, maar daarna ging alles mis.