Bij interlands van Oranje zijn ze ter plekke, op zondagavond zitten ze aan tafel bij Studio Voetbal. Dan mixen de ex-internationals hun eigen ervaringen in het topvoetbal met meningen, onderlinge chemie, humor en parate kennis. Pierre van Hooijdonk (50) en Rafael van der Vaart (36) over hun eigen stijl van analyseren op tv.
Een tafeltje verderop kijkt een gezelschap verschrikt op. Want er rolt een schaterlach door het steakrestaurant in Ouderkerk aan de Amstel. Zet Pierre van Hooijdonk en Rafael van der Vaart samen aan tafel, met of zonder camera, en ze zullen elkaar uitdagen. Een speldenprik hier, een scherpe observatie daar, een dolletje tussendoor. Zo ging dat vroeger in het spelershotel van Oranje en zo gaat het nog steeds. ‘Bij het Nederlands elftal klikte het al tussen ons’, vertelt Van der Vaart, terwijl onze tafel wordt vol gezet met biefstuk, zeetong en wijn. ‘Pierre heeft een fantastisch gevoel voor humor. Scherp en cynisch. Sommige spelers moesten daaraan wennen, ik vond het meteen leuk.’ Dat gevoel bleek wederzijds. ‘We hielden en houden elkaar alert’, reageert Van Hooijdonk. ‘Omdat er elk moment een bijdehante opmerking kan komen.’
155 interlands
Presteren als het moet, lachen als het kan: tijdens hun voetbalcarrière vormde het al een balans waarbij ze zich prettig voelden. In hun nieuwe loopbaan is dat niet anders, sinds de NOS het tweetal op het hoofdpodium der voetbalanalytici aan elkaar koppelde. Opgeteld zijn ze goed voor 155 interlands in Oranje, met als enige gezamenlijke eindtoernooi het EK 2004. Nu zijn ze vanaf de zijlijn betrokken bij de nationale ploeg en bij topvoetbal in het algemeen. ‘Ik heb niet zoveel met het woord analist’, maakt Van der Vaart meteen duidelijk. ‘Ik vind het leuk om over voetbal te praten, zoals wij hier nu met een hapje en een drankje doen. En soms doen we dat met een tv-camera erbij. Bij een analist denk ik eerder aan een professor of zo. Sommigen maken er een soort wetenschap van, met tactische analyses die ik zélf niet eens begrijp. Die praten als een trainer.’