Karim Benzema is beter dan ooit. In het duel met Valencia maakte de spits van Real Madrid zijn driehonderdste doelpunt voor de club. Hij is loyaal aan De Koninklijke, zoals hij dat altijd is gebleven aan zijn familie en vrienden uit Bron-Terraillon, een arme voorstad van Lyon. De afgelopen jaren werd Benzema niet alleen door schade en schande wijs, maar ook in de armen gesloten als absolute wereldtopper.
'We zijn allemaal voetballers, we zijn allemaal klaar om het veld op te gaan, om te sprinten, hoog te springen, te scoren. We hebben allemaal techniek. Maar mentaal maak je het verschil. Als je dáár wil komen', zegt Benzema, en hij heft zijn hand omhoog, 'moet je jezelf inbeelden dat je daar ook komt.'
Zo verklaart Benzema zijn aanhoudende uitzonderlijke prestaties, in gesprek met L’Équipe afgelopen najaar. Vanuit zijn ervaring is het mentale aspect doorslaggevend in het profvoetbal, opgesplitst in professionaliteit en mentale rust. Beide elementen namen bij Benzema met het jaar toe, net als zijn aantal goals. Niet voor niets riep Luka Modric onlangs 'Ballon d’Or' naar Benzema, toen hij een journalist te woord stond.