Nog niet zo lang geleden kenden zijn medespelers hem vooral als persoon en niet als voetballer. Eindelijk blessurevrij is Haris Vuckic (27) bij FC Twente aan een nieuw leven begonnen. Als spits. ‘Mijn drive is nog steeds om in een grote Europese competitie te spelen.’
Opgewonden komt de voetballer binnen. Als een trofee houdt Haris Vuckic een houten broodplank boven zijn hoofd. Gekregen van de hoofdsponsor van de Eerste Divisie die deze woensdag officieel afscheid kwam nemen van de kampioen van vorig seizoen en voor alle FC Twente-spelers een broodplank meebracht. De Sloveen is er blij mee. ‘Ik had etr één van plastic, maar die was door alle gekerf van de messen wel aan vervanging toe.’
Wat ook treft: Haris Vuckic viert vandaag zijn 27ste verjaardag en in ieder geval één cadeau heeft hij nu binnen. De beste helft van zijn voetbalcarrière is daarmee begonnen, opperen we. Bij die opmerking zwijgt hij. Er klinkt geklop van zijn knokkels op de houten tafel en daarna een zucht. De toekomst is voor hem een abstractie geworden, iets wat-ie niet meer plant en al helemaal niet meer bespreekt. Daarvoor is er in zijn voetbalverleden te veel narigheid geweest.
Hij is zo’n unlucky bastard wiens lijstje met blessures langer is dan die met hoogtepunten. Wie zijn carrière in één wedstrijd wil vangen moet teruggaan naar 28 augustus 2011. Haris Vuckic was net negentien jaar en al tweeënhalf jaar speler van Newcastle United toen hij tegen Fulham mocht debuteren in de Premier League. Als invaller kwam hij in de 78ste minuut in het veld. Zeven minuten later moest hij zich al weer laten vervangen met een gebroken hand. ‘Ik wilde doorgaan, maar de dokter haalde me eraf. Voor mij was het een enorme klap. Maandenlang had ik gevochten voor deze kans en dan is het na zeven minuten al voorbij. Je beseft direct: dat wordt eerst een maand gips en daarna weer maanden vechten voor je kans.’