NEC wacht een zeer uitdagend jaar. Niet alleen op het veld, maar ook daarbuiten. De Nijmeegse club maakte woensdag bekend dat het verlies over het afgelopen seizoen liefst 3,8 miljoen euro bedraagt. NEC wordt net als alle andere clubs hard geraakt door corona, maar kent ook andere onzekerheden. We werpen een blik op de jaarcijfers.
Sportief gezien kende NEC een topjaar. Tegen ieders verwachting in promoveerden de Nijmegenaren in mei naar de Eredivisie na een bloedstollende play-offfinale tegen NAC Breda (1-2). Vervolgens kwam alles in een stroomversnelling terecht. De seizoenkaarten vlogen over de toonbank, NEC sloeg een grote slag door Lasse Schöne terug te halen en achter de burelen van De Goffert werd door suikeroom Marcel Boekhoorn orde op zaken gesteld door andere investeerders af te kopen. Zo moest NEC weer bestuurbaar worden. Terug in de Eredivisie maakt de club tot nu toe een uitstekende indruk. Na achttien wedstrijden is de oogst 25 punten en een knappe negende plek. Dat is ook nodig, want om in de toekomst een stabiele Eredivisionist te worden, moet NEC zich de komende drie jaar handhaven.
Na de degradatie in 2017 leefde NEC jarenlang boven zijn stand. De Nijmeegse club dacht net als in het seizoen 2014/15 met dure investeringen snel weer uit de Keuken Kampioen Divisie te komen, maar dat liep anders. Doordat de kosten niet correspondeerden met de omzet, liep het verlies van NEC op en moest algemeen directeur Wilco van Schaik weer zijn hand ophouden bij Boekhoorn. Pas in 2019, nadat NEC bijna vier miljoen euro meer had uitgegeven dan er binnenkwam, besloot de clubleiding dat er stevig bezuinigd moest worden. Een pas op de plaats, minder geld voor het aantrekken van spelers en er genoegen mee nemen dat je dan geen favoriet meer bent voor promotie. Juist in de periode waarin de Eredivisie verder weg leek dan ooit, schoot Jonathan Okita NEC terug naar het hoogste niveau.