In deze serie worden in de maand van het Duitse voetbal elftallen uit de Bundesliga doorgelicht. Nederlandse oud-spelers schetsen het team en het tijdsbeeld waarin het zich bewoog.
Veel stereotieper dan met de bovenstaande selectiefoto kunnen we in deze serie de Maand van het Duitse voetbal niet beginnen. En dan vooral voor het zuiden van ons oostelijke buurland. Ach, het is weer eens wat anders dan zo’n traditionele, strak georganiseerde groepskiek in voetbaltenue, zullen we maar zeggen. Je zou denken dat de foto is gemaakt met het oog op de jaarlijkse Oktoberfesten in München, maar niets is minder waar. ‘We kregen elk jaar aan het begin van het seizoen een eigen Lederhosen’, vertelt Jan Wouters, middenvelder van Bayern tussen november 1991 en december 1993. ‘Ik heb ’m nog steeds thuis. Maar of die nog past...?’, zegt de Utrechter met een glimlach vol zelfspot.
Wouters maakte tijdens de jaargang 1991/92 de overstap naar de Beierse grootmacht. ‘Ik was bij Ajax links op het middenveld beland. Wim Jonk kwam steeds meer op mijn positie terecht. Louis van Gaal zocht daar meer een voetballer en de balans klopte ook wel. Ik had geen onvrede, maar ik was 31, het was mijn zesde jaar bij Ajax en ik wilde graag eens in het buitenland spelen. Met penningmeester Arie van Os had ik de afspraak dat de club zou meewerken als die kans er zou zijn. Nee, Van Gaal wist daar niks van. Arsenal en Bayern München toonden belangstelling. Maar bij Arsenal zat er één of andere rare makelaar tussen, ik heb nooit met de club zelf gesproken. Namens Bayern belde Søren Lerby, die daar trainer was geworden. Er werd meteen een afspraak gemaakt met Franz Beckenbauer en Karl-Heinz Rummenigge, heel netjes allemaal. Mijn laatste wedstrijd voor Ajax speelde ik hier in De Kuip, tegen Feyenoord. Dat was die avond waarop Gaston Taument zo goed speelde (mede dankzij een treffer van de Haagse rechtsbuiten wonnen de Rotterdammers met 2-0, red.). De volgende dag zat ik al in München.’