Het is dat ze andere kleuren dragen, anders zou je het Duitse, Spaanse, Engelse of Italiaanse nationale elftal op een onbewaakt ogenblik zo door elkaar kunnen halen. Allemaal gehoorzame heertjes die met zijn allen aanvallen en verdedigen. Druk zetten tot minuut negentig. Het is de natte droom van de trainer, maar de gruwel van de romanticus, die stiekem weleens terugverlangt naar Marco Materazzi.
Deze vrijdag spelen de Azzurri vriendschappelijk tegen Tsjechië, grote kans dat ze hun imposante zegereeks verder zullen uitbouwen. Echt iets om trots op te zijn voor bondscoach Roberto Mancini en zijn mannen, maar als het er straks echt om gaat, tijdens Euro 2020, dan worden ook andere dingen gevraagd. Een verhaal over het verschil tussen een prachtige Italiaanse ploeg en een wereld- of Europees kampioen.
De geschiedenis leert dat ten minste één Materazzi in je team je zo de Wereldbeker kan opleveren
‘Na die WK-finale van 2006 ontmoette ik Zidane nog eens op de parkeerplaats bij een hotel. Ik kwam José Mourinho bezoeken en Zidane arriveerde met zijn broer en een vriend. Zodra ik hem zag, liep ik naar hem toe en schudde zijn hand. Eind goed al goed, zo had ik het idee. Maar even later verklaarde hij dat hij me niet had herkend. Hoezo dan? Begrijp ik niet. Ik zal hem altijd herkennen; hij hielp zijn team te verliezen.’