Het vermeende schijtbakkenvoetbal van PSV levert heftige discussies op. Wie dieper op die term ingaat, merkt dat dit debat naadloos past in de veel bredere discussie over de staat van het Nederlandse voetbal.
We kenden al het hotseknotsebegoniavoetbal van wijlen Bert Jacobs, de patatgeneratie van Leo Beenhakker en de scorebordjournalistiek van Co Adriaanse. Gertjan Verbeek maakte vorige week met het woord 'schijtbakkenvoetbal' de Nederlandse voetbalvocabulaire opnieuw wat rijker. Vrij vertaald vindt Verbeek dat PSV gezien het beschikbare budget en de aanwezige kwaliteit in de selectie laf countervoetbal speelt.
De uitingen van Verbeek horen bij de identiteitscrisis waarin we ons met ons voetbal bevinden. De volgende vier misverstanden klinken door in de woorden van Verbeek.