Johan Neeskens, Sjaak Swart, Arie Haan, Gerrie Mühren, Barry Hulshoff, Wim Suurbier, Ruud Krol… Stuk voor stuk grote namen in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal, maar in het seizoen 1970/71 waren ze slechts knechten in de jacht op de gladiolen en draaide alles om één, hooguit twee kopmannen. Een gedurfd spelletje, maar gelukkig had Rinus Michels de beschikking over de Eddy Merckx en Joop Zoetemelk van het voetbal.
In deel 3 van de VI PRO-serie over de acht Nederlandse Europa Cup I/Champions League-finales staat het Ajax centraal dat op 2 juni 1971 tegen Panathinaikos aantrad en daar op Wembley vervolgens met een 2-0 zege Feyenoord onttroonde. En zo begon aan een Europese hegemonie waaraan geen enkele andere club in ons land ooit nog kon tippen. Dat succes heeft natuurlijk bijgedragen aan de status van Rinus Michels, die tijdens het WK 1974 en EK 1988 zo groot groeide dat niemand ervan opkeek dat de FIFA de Amsterdammer uitriep tot Coach of the Century. Maar was dat ook gebeurd als-ie niet over Johan Cruijff had beschikt? Of als Piet Keizer niet met die typische schijnbeweging en die typische voorzet op maat de snelle 1-0 tegen Panathinaikos had ingeleid?
'Zet een type als Cruijff bij Panathinaikos in de ploeg en we winnen gemakkelijk'
Kijk de beelden maar na van de Europa Cup I-finale van 1971, die deze woensdagavond vanaf 20.30 uur in zijn geheel wordt uitgezonden door Ziggo Sport. Of lees verder en ontdek hoe er destijds over het grote Ajax-succes werd gedacht. ‘Wat Ajax zo uniek maakt, heet Johan Cruijff.’