Jong Ajax heeft zaterdag historie geschreven door kampioen te worden in de Jupiler League. Door een 2-1 zege op MVV Maastricht bleven de beloftes uit Amsterdam achtervolger Fortuna Sittard voor. Deze titel roept de vraag op wat er gedaan kan worden om de competitie in de komende jaren eerlijker te laten verlopen. Jong Ajax dankt de titel immers mede aan de inzet van miljoenenaankopen als Mateo Cassierra en Luis Manuel Orejuela.
FC Porto B en Real Madrid Castilla zijn twee voorbeelden van reserveploegen die net als Jong Ajax kampioen op het tweede niveau werden. Twee jaar geleden kroonde de tweede keus van Porto zich beloftenelftal tot kampioen op het tweede niveau. In het seizoen 2015/16 eindigde de B-selectie van Porto met 86 punten uit 46 duels als eerste in de LigaPro. Vijf punten meer dan Chaves en acht meer dan Feirense, de Portugese tegenhangers van Fortuna Sittard en NEC. De nummers twee en drie promoveerden zonder kampioen te worden naar de Primeira Liga. Twee jaar eerder, in 2013/14, bezette Porto B in de eindrangschikking ook al een promotieplek. Twee punten achter kampioen Moreirense en vier voor de uiteindelijk gepromoveerde nummer drie Penafiel.
In het seizoen 1983/84 werd op het Spaanse tweede niveau bewezen dat het nog gekker kan. Real Madrid Castilla, het beloftenelftal van De Koninklijke, won de Segunda División. Bilbao Athletic, de reserveploeg van Athletic de Bilbao, eindigde als tweede. Dat betekende dat Elche CF met een vijfde plek directe promotie naar het hoogste niveau afdwong, net als Hércules CF en Racing de Santander die respectievelijk als derde en vierde eindigden.
In Nederland zijn beloftenelftallen in de voetbalpiramide een relatief nieuw fenomeen. In 2013 werden de eerste drie Jong-teams in de Eerste Divisie geïntroduceerd. Inmiddels spelen er vier beloftenploegen in de Jupiler League, één in de Tweede Divisie en zes in de Derde Divisie. Diverse andere clubs overwegen in een later stadium met hun tweede elftal toe te treden tot de reguliere competitiestructuur. Hoewel de regels omtrent het inzetten van spelers sinds 2013 zijn aangescherpt door de KNVB, is deze regelgeving nog altijd aanmerkelijk soepeler dan in andere landen.
In enkele van deze landen is de aanwezigheid van tweede elftallen in de piramide al decennia gemeengoed. In Duitsland en Spanje vallen deze teams zelfs niet meer weg te denken; daar spelen zij al meer dan een halve eeuw mee tussen de ‘gewone’ clubs, zonder dat daar ook maar een haan naar kraait. Ook in Frankrijk en Portugal voetballen tweede elftallen probleemloos mee in de piramide voor standaardteams. Hoe kan dat, en belangrijker: wat kunnen wij als Nederland van deze landen leren?
Gerelateerde artikelen