Nadat in januari 2004 zijn transfer naar Arsenal aanvankelijk afketst, zit de twintigjarige Robin van Persie in zak en as. Hij komt bij Feyenoord nauwelijks aan spelen toe, moet hopen dat er nog een topclub zich voor hem meldt en het EK in Portugal is verder weg dan ooit. In maart geeft hij een onthullend interview aan VI. Vanwege zijn terugkeer bij Feyenoord, wordt dit gesprek opnieuw onder de aandacht gebracht: 'Door omstandigheden krijg ik de kans niet mijn karwei bij Feyenoord af te maken.'
Mario Been stond wel even te kijken toen Robin van Persie hem op zondag 14 maart 2004 vertelde dat hij de volgende dag dolgraag wilde meevoetballen met Jong Feyenoord in de halve finale van de Amstel Cup tegen Jong PSV. Been: ‘Robin had net een slechte invalbeurt tegen PSV achter de rug, maar een speler zoals hij kan ik altijd gebruiken. Vóór de wedstrijd heb ik hem wel even apart genomen. Het is bij hem alles of niets, maar Robin verzekerde mij dat hij er zou staan. In het bijzijn van wat journalisten heb ik toen geroepen dat Robin die avond het verschil ging maken. Dat is nog uitgekomen ook, want we wonnen met 2-0 en hij maakte twee schitterende goals. Ik was blij voor hem. Robin is een beetje zoals ik was. Omhoog geschreven als het grote talent van Feyenoord, maar inmiddels op de bank beland bij het eerste. Ik weet zeker dat-ie hier sterker uitkomt. Die jongen heeft zó veel kwaliteiten, maar hij moet alleen wel af en toe in de spiegel kijken en zichzelf afvragen waaróm het niet gaat zoals hij het wil.’
Dat ene optreden met Jong Feyenoord gaf Van Persie in elk geval weer wat plezier terug, zegt hij, ‘Wat dat ben ik even helemaal kwijt geweest. Ik had gewoon een goede wedstrijd nodig. De hele voetballerij – trainers, scouts en makelaars – was aanwezig op De Herdgang (trainingscentrum PSV, red.). Daar heb ik kunnen bevestigen dat ik er nog steeds ben, dat ik nog altijd kán voetballen. Terug in de bus zaten we achterin te kaarten, te lachen en te dollen en was het ouderwets gezellig. Dat is anders in de A-selectie. Ik heb het daar minder naar mijn zin omdat ik wisselspeler ben. Of wisselspeler… Zo voel ik me niet en dat bén ik ook niet. Ik weet dat ik te goed ben voor de bank, maar dat vinden anderen ook van zichzelf.’
Waarom speel jij niet?