Waar de concurrentie puntjes blijft sprokkelen, vertoont de door PEC opgetrokken muur steeds meer haarscheurtjes. Met knikkende knieën en anti-voetbal strompelen de Zwollenaren richting de slotfase van de competitie. ‘We staan er ook hondsberoerd voor.’
‘Ik ga daar niet op in. Het is misschien jullie vak, maar ik vind het onzin. Ik kan niet in de hoofden van bestuursleden kijken en dat wil ik ook niet. Ik geef alles voor PEC.’ En weer ging het over zijn positie. John Stegeman schudde geïrriteerd het hoofd. Een half uur na het treffen tussen AZ en PEC Zwolle (2-0) informeerde een journalist eens voorzichtig of de trainersstoel in Zwolle binnenkort beschikbaar zou komen. Of een schokeffect de meubelen nog zou kunnen redden. Aanvoerder Bram van Polen was duidelijk (‘Dat idee speelt helemaal niet in de groep’) en Stegeman zelf liet zich ook niet verleiden tot prikkelende uitspraken.
‘Ik ben trainer van PEC en we staan er niet goed voor, nee. Ik doe er samen met mijn staf en spelers alles voor om deze club in de Eredivisie te houden. Als dat niet goed genoeg is, dan zal ik dat uiteindelijk wel horen.’
Veel antwoordmogelijkheden had Stegeman ook niet. Had hij dan moeten zeggen dat PEC beter af was met een andere trainer? Dat hij zichzelf niet in staat acht Zwolle in de Eredivisie te houden? Ondanks een absoluut rampseizoen gelooft de trainer nog oprecht in een goede afloop. Naar zijn mening – en daar valt over te discussiëren – is het spel na de winterstop beter én is er nog altijd geloof in de kleedkamer. ‘Mijn ploeg geeft niet op. We proberen het, we knokken, we vechten. We trainen hard. Iedereen heeft de kop erbij. Pas als er verdeeldheid komt, ben je gezien. Dat is niet zo. Ik hou me vast aan wat er op dit moment wél is.’