Peter Bosz verklaart de kracht van Bayer Leverkusen
© Witters
PRO

Peter Bosz verklaart de kracht van Bayer Leverkusen

Twee jaar na zijn aanstelling strijdt Peter Bosz met Bayer Leverkusen om de landstitel. De 57-jarige trainer duidt zijn ontwikkeling en die van zijn elftal aan de hand van de drie beste wedstrijden onder zijn leiding.

Dit verhaal is afkomstig uit VI 2. Bestel de nieuwste editie hier!

Waarom zijn dit de beste drie wedstrijden?

‘Dit zijn allemaal wedstrijden tegen topteams. Dat is een verschil met wedstrijden tegen kleinere ploegen. Hier zit meer intensiteit in. Dat is enorm. Het spel gaat heen en weer. Het speelveld wordt groter doordat de tegenstander ook wat opener speelt. Iedere bal gaat meteen naar voren. Waar je tegen een ploeg die compact staat meer geduld moet hebben.’

De handen van Peter Bosz beginnen meteen te bewegen. Om uit te leggen wat er nodig is om dat soort defensieve teams kapot te spelen. Geduld, de juiste veldbezetting, tempo en diepteloopacties. Want als de bal beweegt, dan beweegt de tegenstander. Dan volgen de ruimtes vanzelf. Zo wist Bosz dat het tegen Schalke 04 goed zat toen hij de spits van de tegenpartij al in de eerste helft kapot zag gaan: ‘Die zweette als een otter. Dan weet je dat zij erdoorheen zitten en de ruimtes groter gaan worden.’

De trainer van Bayer Leverkusen geeft theorie over de details van zijn speelwijze. Deze keer doet hij dat aan de eettafel in het huis van zijn zoon Sonny, actief als scout bij Ajax. Twee jaar geleden was de setting anders. Destijds vertelde Bosz senior bij Leverkusen wat hij van plan was. Als een docent doorliep hij de ene na de andere presentatie over zijn spelprincipes. ‘Dat hebben we allemaal in kleine mootjes gehakt. Toen ben ik iedere dag theorie gaan geven. Tien minuten. Niet langer. Vanuit thema’s. Dus bijvoorbeeld compactheid. Wat dat betekent als we verdedigen, maar ook als we zelf aan het aanvallen zijn. Dat verwerk je dan in de trainingen. Zo loop je de verschillende thema’s langs. Op het einde voeg je dat allemaal bij elkaar.’

Op ons verzoek heeft Bosz drie wedstrijden gekozen waarin Leverkusen dit het best vertaalde naar het veld. Situaties uit deze duels met Bayern München, Borussia Dortmund en Borussia Mönchengladbach laten zien hoe Leverkusen de Bundesliga-top aanvalt.

30 november 2019

Bayern München    1

Bayer Leverkusen   2

‘Hoe gaan we die wedstrijd winnen?’ Twee dagen voor het bezoek aan Bayern München weten de video-analisten welke vraag ze van Bosz kunnen verwachten. Elke bespreking begint zo. Dus ook op deze donderdag, waarop de coach ’s morgen met zijn selectie is teruggevlogen uit Moskou. Woensdagavond heeft Leverkusen daar gewonnen van Lokomotiv (0-2). Na een hersteltraining gaat nu de focus op Bayern. In dit overleg wordt bepaald wat de spelers vrijdag te horen krijgen. Dat is de enige dag dat tactisch gewerkt kan worden richting de topper. Dus komen de analisten snel tot de kern. Zij hebben ook theorieles gehad.

Bovendien is de speelwijze van Bosz tot in detail uitgewerkt op papier. Waardoor ze tegenstanders kunnen bekijken door die bril. Hoe kunnen we onze kracht gebruiken? Waar liggen de zwakke plekken van de tegenstander? Waarvoor moeten we oppassen? Wie zijn de spelers die meteen aanspeelbaar zijn bij balwinst? Dat soort vragen worden beantwoord om tot een bepaald strijdplan te komen.

Bosz besluit met zijn staf Bayern vroeg onder druk te zetten. ‘We kunnen ook achteruitlopen, maar dan hebben ze zóveel kwaliteit dat die goal uiteindelijk toch wel valt’, verklaart Bosz. Tijdens de tactische training op vrijdag wandelt hij met zijn ploeg in tien tot vijftien minuten door de plannen heen. Daarbij focust hij extra op zijn linkerkant. Zijn analisten hebben gezien dat Bayern-rechtsachter Benjamin Pavard vaak helemaal doorgaat op de back van de tegenstander. Dus krijgt de Braziliaan Wendell instructies niet op te schuiven langs de lijn.

‘Want dan wordt de afstand voor Pavard kleiner. Terwijl wij hem juist uit positie willen lokken. Dan moet Javi Martínez als rechter centrale verdediger namelijk door op onze linksbuiten Leon Bailey. Die is natuurlijk veel sneller dan Martínez. Zo probeer je tactisch te denken. Waar liggen je winstkansen? In dit geval dus duidelijk in het snelheidsvoordeel in het koppeltje Martínez-Bailey. Dat train je dan heel even op zo’n vrijdag.’

Ik vond Bayern München nog completer dan het Barcelona van Pep Guardiola

Tijdens de eerste helft in München betaalt dat zich uit. In de tiende minuut verovert Leverkusen de bal op de rechterflank. Bailey sprint weg in de rug van Martínez en wordt gelanceerd door Kevin Volland: 0-1. De tweede goal, in de 35ste minuut, kent dezelfde opbouw. Bij een counter wordt Bailey gelanceerd door Volland. Wederom kan Martínez de vliegensvlugge Jamaicaan niet bijhouden. Precies zoals twee dagen daarvoor in de trainerskamer is besproken. ‘Maar we hebben ook gewoon geluk gehad’, zegt Bosz realistisch. ‘Zij hebben veel mogelijkheden gehad. Naar mijn mening veel te veel. Dit was ook de eerste wedstrijd waarin wij duidelijk minder balbezit hadden dan Bayern. Toch is het geweldig om van de grootste club van Duitsland te winnen in een volle Allianz Arena. Dat heeft heel veel vertrouwen gegeven.‘

Leon Bailey (links) viert op 30 november 2019 zijn – vooraf uitgedokterde – beslissende goal voor Bayer Leverkusen in de topper bij Bayern München (1-2). Javi Martínez en doelman Manuel Neuer liggen er verslagen bij.
Leon Bailey (links) viert op 30 november 2019 zijn – vooraf uitgedokterde – beslissende goal voor Bayer Leverkusen in de topper bij Bayern München (1-2). Javi Martínez en doelman Manuel Neuer liggen er verslagen bij.

‘Bayern München was in die tijd zo ongelooflijk goed’, looft Bosz de ploeg van zijn collega Hansi Flick. ‘Ze zetten hartstikke hoog druk, spelen voortdurend tussen de linies. Alles is in beweging. Joshua Kimmich en Thomas Müller zijn zó goed. Het zijn echt die twee die het verschil maken. Kimmich legt de ballen achter de verdediging. Daarom hebben we Nadiem Amiri op hem gezet. Zodat hij uit de wedstrijd werd gehaald. Zonder publiek geeft Müller alles aan. Hij is een trainer op het veld, die praat al die spelers overal naartoe. Ik vond dat Bayern nog completer dan het Barcelona van Pep Guardiola. Dat had meer individuele kwaliteit en was verfijnder. Alleen is Bayern agressiever in het druk zetten. Plus er zit meer variatie in. Ze hebben net als Barcelona die teruggetrokken ballen, maar het kan ook door de lucht met Robert Lewandowski, Müller en Leon Goretzka die erbij komt.’

8 februari 2020

Bayer Leverkusen      4

Borussia Dortmund   3

Werken in de Bundesliga betekent dat tegenstanders niet altijd doen wat vooraf is geanalyseerd. De thuiswedstrijd tegen Borussia Dortmund is daar een voorbeeld van. In die fase speelt BVB vaak 3-4-3. Bosz besluit dat systeem te spiegelen, zodat zijn drie aanvallers de drie centrale verdedigers van Dortmund onder druk kunnen zetten. ‘We hebben zelfs Karim Bellarabi als rechtsback opgesteld om hen heel hoog vast te zetten, maar dat ging in het begin helemaal niet. We kregen geen grip en de wedstrijd was heel open.’

De bezoekers voetballen namelijk anders dan verwacht. Lucien Favre, dan nog trainer van Dortmund, gebruikt Achraf Hakimi als vleugelaanvaller. Daardoor speelt de ploeg 4-2-3-1 in plaats van het verwachte 3-4-3. Bosz legt uit hoe hij omgaat met dat soort wijzigingen. ‘Eerst krijg je de opstelling. Dan probeer je al te voorspellen of wat je dacht klopt. Dat probeer je ook bij warming-up, maar pas bij de aftrap weet je het zeker. Dan kijk je hoe het staat. Hebben we grip? Wat moet je doen om die te krijgen? Moeten we misschien wat omzetten? Soms heb je de grip en raak je die kwijt. Hoe ga je die dan terugkrijgen? Moet je het omzetten? Een andere speler brengen? Of gewoon beter uitvoeren wat je bedacht hebt?’

In de rust kiest Bosz voor het inbrengen van een andere speler: Mitchell Weiser als defensieve optie in plaats van Bellarabi op rechts. Twintig minuten voor tijd volgt bij een 3-2 achterstand alsnog een systeem-wissel. Sven Bender gaat vóór de twee centrale verdedigers spelen in plaats van tussen hen in. Zo verandert de 3-4-3 van Leverkusen in een 4-3-3 met de punt naar achteren. ‘Dat seizoen hebben we vaker met drie centrale verdedigers tegen twee spitsen gespeeld’, doceert Bosz. ‘Tegen FC Augsburg hebben we destijds Bender doorgeschoven naar het middenveld en ontstond ineens ruimte om te voetballen. Toen we in deze wedstrijd tegen Dortmund achterkwamen, heb ik gelijk besloten dat wéér te doen.’

Na een doelpunt valt vaak nóg een doelpunt omdat de focus weg is

Na deze omzetting zorgt invaller Bailey in de 81ste minuut voor de 3-3. Direct na de aftrap van Dortmund volgt zelfs de 4-3 met een kopbal van Lars Bender uit een voorzet van Daley Sinkgraven. Daar zit volgens Bosz een verhaal aan vast. ‘Op de trainerscursus heb ik eens naar een verhaal van Bill Beswick geluisterd. Hij is een interessante psycholoog, die ons wees op een fenomeen in het voetbal. Dat na een doelpunt vaak meteen nóg een doelpunt valt. Doordat de focus weg is. Spelers ervaren dan namelijk euforie of teleurstelling. Dus je moet ze een opdracht geven, zodat ze direct weer focus hebben in plaats van in die emotie blijven hangen. Dus zetten we meteen volle bak druk. Dat doe ik met al mijn ploegen. De aftrap trainen wij. Wat doen we als wíj aftrappen en wat doen we als zíj aftrappen? Daarom is het zo gaaf dat dit gebeurt. Daar zit een idee achter.’

Bosz stipt ook de rol van Sinkgraven aan. Dit soort beslissende acties wil hij vaker zien van zijn linksback. ‘Ik ben altijd erg kritisch op hem. Omdat ik hem een heel goede voetballer vind. Ik vind dat je van goede voetballers meer mag verwachten. Zijn kracht is het voetballende gedeelte. Hij is snel en heeft een goede techniek. In aanvallende zin moet hij zich meer inschakelen. Meer initiatief nemen. Het is heel goed dat hij zich eerst heeft gefocust op het verdedigen. Dat heb ik ook van hem gevraagd. Ik vind hem een betrouwbare verdediger geworden.'

'Nu moet hij weer naar zijn kracht terug. Dus in balbezit. Zijn voorzet moet beter worden, daar moet hij echt aan werken. Maar voor een jongen die er zó lang uit is geweest, naar een andere competitie is gegaan op een positie die in zijn hele opleiding niet de zijne is geweest, heeft hij een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Nu moet de volgende stap komen. Ik heb hem niet linksback gezet omdat ik hem de beste verdediger vind, maar omdat ik hem de beste voetballer vind. Dat moet hij gaan tonen. Die kwaliteiten heeft hij.’

Dit was een zege op de club die u in 2017 ontsloeg. Bent u een andere trainer dan bij Borussia Dortmund?

‘Natuurlijk. Volgend jaar ben ik ook een andere trainer dan nu.’

Een op de 54 hoekschoppen van ons was een doelpunt; het laagste rendement van de Bundesliga. Nu staan we in dat klassement bovenaan

Waar zit dat verschil?

‘Doorontwikkelen. Dat vraag ik van mijn spelers, maar daar moeten wij als staf ook mee bezig zijn. Beter worden. Zoeken naar kleine dingen in onze manier van spelen. Zoals spelhervattingen. Na vorig jaar heb ik geconcludeerd dat we daar te weinig uit haalden. Tegen Hoffenheim hadden we bijvoorbeeld negentien corners en er ging er niet één in. Dat kan niet. Een op de 54 hoekschoppen van ons was een doelpunt; het laagste rendement van de Bundesliga. Nu staan we in dat klassement bovenaan. We scoren zóveel daaruit. Dat is bijna eng.’

Hoe kan dat?

‘Ik heb Rob Maas samen met onze video-analist Marcel Daum daarvoor verantwoordelijk gemaakt. Rob is heel gedetailleerd. Dus hij heeft al onze spelhervattingen van vorig seizoen bekeken, zowel voor als tegen. Daar hebben we in heel korte tijd grote stappen in gemaakt. In iedere wedstrijdbespreking zit nu ook een blok waarin we de spelhervattingen analyseren. Ook op de training ruimen we daar tijd voor in.’

Bent u in Duitsland tactisch met andere dingen geconfronteerd?

‘Neem onze thuiswedstrijd van vorig seizoen tegen RB Leipzig. Ik denk dat ze alleen al in de eerste helft tien keer voor onze keeper hebben gestaan. Ik begreep er niets van. Leipzig speelde de lange bal. Dat kopduel wonnen wij. Daarna speelden ze zonder aan te nemen meteen diep. Gelijk achter onze verdediging op Timo Werner en Matheus Cunha die gingen lopen. Werner had alleen al in dat duel topscorer van de Bundesliga kunnen worden. Ik heb staan schreeuwen langs de kant dat we nog agressiever moesten drukken, maar dat had totaal geen zin. Ik heb de hele ploeg toen in de rust dertig meter naar achteren gezet. Daarna was het opgelost.’

Is dat typisch voor de Bundesliga?

Dat een trainer dingen moet kunnen omzetten om succes te hebben? ‘Wat je in Duitsland heel veel hebt – met name Julian Nagelsmann doet dat, maar ook andere trainers – is dat ploegen binnen een wedstrijd twee, drie, vier keer van systeem wisselen. Wij zijn in Nederland gewend ons elftal voor te bereiden op een tegenstander die op een bepaalde manier speelt. En die spelen dan ook zo. Dan gaat het erom: voer jij jouw opdrachten goed uit? Hier in Duitsland wordt gekeken of het staat en als dat niet zo is, dan wordt het gewoon aangepast.’

Wat betekent dat voor u als trainer?

‘Vasthouden aan onze eigen dingen, maar wel kijken naar de organisatie van de tegenstander. Daar hebben we afspraken voor. Dus als we tegen drie centrale verdedigers spelen, dan zetten we die onder druk met onze drie aanvallers. Spelen ze met vier, dan verdraaien we met onze rechterkant. Dus onze linksbuiten pakt zijn directe tegenstander, onze spits de rechter centrale verdediger, de rechtsbuiten de linker centrale verdediger en onze rechtsback gaat half staan, zodat hij door kan als hun linksback wordt aangespeeld. We hebben tegen ieder spelsysteem een antwoord. Omdat je niet tot de rust kan wachten om het uit te leggen, doen de spelers dat zelf.’

Wat ging er mis bij de Europa League-uitschakeling tegen Internazionale? Jullie hadden geen enkele grip op Romelu Lukaku.

‘Ik zou de beste analist zijn achteraf. Dat is zo makkelijk. Het gaat erom dat je vooraf met jouw staf de verschillende scenario’s doorneemt. Wat kan er gebeuren? Hoe gaan we het doen? In dit geval had vooral Edmond Tapsoba het heel moeilijk. Hij is juist een speler die is gekomen en er vanaf de eerste dag heeft gestaan. Schijnbaar had hij alleen nog nooit tegen een type als Lukaku gespeeld. Ik denk namelijk dat dit niet zo moeilijk is. Afstand houden, zodat hij je niet kan voelen en vasthouden. Dus je moet schuin achter hem gaan staan en op de juiste momenten vóór hem komen. Dit is een geweldige les voor Tapsoba geweest.’

Dat probleem was na de eerste helft al duidelijk. Waarom is dat niet opgelost?

‘In de warming-up viel Sven Bender uit, waardoor Jonatan Tah moest spelen en ik geen centrale verdedigers op de bank had. Dus wisselen was niet mogelijk. We hebben ook dingen veranderd en ik vond dat het na de rust beter stond. De wedstrijd was meer in evenwicht. Maar Inter is terecht doorgegaan.’

8 november 2020

Bayer Leverkusen                     4

Borussia Mönchengladbach  3

In de aanloop naar het duel met Borussia Mönchengladbach, dat vorig seizoen Bayer Leverkusen van de vierde plaats die recht geeft op Champions League-voetbal hield, gaat het veel over Lars Stindl. ‘Dat was de sleutel. Waar gaat hij lopen? Ik vind hem meer een tweede spits dan een 10, vaak vanaf de rechterkant komend. Een beetje vergelijkbaar met Thomas Müller. Ik vind Stindl een geweldige speler. Vast in zijn techniek en zó slim hoe hij steeds beweegt. In deze wedstrijd konden we alleen hoog druk zetten als we compact waren. Want doordekken op Stindl was een must. Dat hebben we over het algemeen heel goed gedaan. Vanaf minuut één waren wij de dominante partij. Zij kwamen er soms gevaarlijk uit, maar de betere kansen waren voor ons.’

Mijn speelfilosofie is altijd hetzelfde, maar mijn systeem is afhankelijk van de spelers die ik heb

Opvallend is dat Leverkusen in de door Bosz geselecteerde wedstrijden steeds een ander systeem hanteert. ‘Dat komt doordat speelfilosofie en systeem niet hetzelfde is’, zegt de ervaren oefenmeester. ‘Een systeem zegt mij niets over de speelfilosofie. Neem die 3-4-3 waar we het over hadden bij de vorige wedstrijd. Ik vind dat Dortmund over het algemeen heel verdedigend speelt, vanuit de omschakeling. Wij voeren datzelfde systeem heel anders uit. Mijn speelfilosofie is altijd hetzelfde, maar mijn systeem is afhankelijk van de spelers die ik heb. Dat is nu bijvoorbeeld heel anders dan vorig jaar. Want toen hadden we Kai Havertz. En nu niet.’

Aanvankelijk vormt Bosz bij Leverkusen zijn elftal rond Havertz en Julian Brandt. Vóór zijn aanstelling had Bosz een aantal keer Havertz zien spelen als controlerende middenvelder. ‘Volgens mij gebruik je hem dan niet optimaal. De grootste kwaliteit van Havertz ligt in de zestienmeter van de tegenstander. Daar moet hij komen om doelpunten te maken. Bij Chelsea speelt hij nu ook verder naar achteren, want Hakim Ziyech drukt hem weg. Dan komt Havertz te weinig in het strafschopgebied.’

Vanuit deze gedachte geeft Bosz in zijn eerste seizoen Havertz een vrije rol als rechtsbuiten. Met Weiser staat een back achter hem die de hele flank bestrijkt, waar Wendell op de andere flank zijn rol als back veel defensiever invult. ‘Eigenlijk hebben we toen aanvallend 3-4-3 gespeeld met twee 10’en en een vierkant op het middenveld. Tegen de bal liet ik Havertz uitwijken naar rechts. Tegen de bal ligt niet zijn grootste kwaliteit, maar tegenstanders durfden hem toch niet te laten staan. Als zijn directe tegenstander opkomt, dan komt hun centrale verdediger bij balverlies in een een-tegen-een met Havertz. Vaak zijn dat niet de snelste spelers. Dus wordt die opkomende back vanzelf teruggeroepen.’

‘Die ideale oplossing verandert als iemand vertrekt’, vervolgt Bosz, die na zijn eerste half jaar Brandt is verloren aan Borussia Dortmund. Afgelopen zomer zijn Havertz (Chelsea) en Kevin Volland (AS Monaco) weggekocht. ‘Als trainer ben je altijd aan het puzzelen. Dit seizoen ook weer. Havertz en Volland waren weg. Dus mijn eerste probleem was: doelpunten. Hoe ga ik die maken? In Duitsland praten ze over scorepunten: assists en doelpunten opgeteld. Bij ons zijn er daarvan zestig weggevallen. Met die twee spelers. Dat vang je niet met een Patrik Schick op, dat kan niet. Dus moet je kijken hoe je meer kan halen uit de huidige spelers.’

Daarom verandert Bosz zijn systeem en gaat hij met de punt naar achteren op het middenveld spelen. ‘Met twee aanvallende middenvelders kunnen we de doelpunten anders verdelen. Ik ben gaan praten met onze vleugelspitsen: Bailey, Bellarabi en Mousa Diaby. Om targets te stellen. Onze spits gaat vijftien goals maken. Van jullie verwacht ik er tien. Dus kunnen zij niet helemaal bij de zijlijn spelen, maar dichter bij de goal. Dan heb ik twee aanvallende middenvelders nodig. Eén in de zestien en één voor de rebound. Zo kom je toch weer aan het aantal spelers voor de goal.’

Peter Bosz bedankt na de 3-1 overwinning op FC Augsburg de pas zeventienjarige Florian Wirtz. ‘Een uitzonderlijk talent, zoiets kom je als trainer maar één of twee keer tegen in je carriére.’
Peter Bosz bedankt na de 3-1 overwinning op FC Augsburg de pas zeventienjarige Florian Wirtz. ‘Een uitzonderlijk talent, zoiets kom je als trainer maar één of twee keer tegen in je carriére.’

Zelfs voor de defensie heeft het vertrek van Havertz gevolgen. ‘We zijn hoger gaan verdedigen, want de snelheid van Havertz als wapen in de counter is weg. Dus willen we dichter bij de zestien spelen. Aanvallend zijn we ook anders gaan staan. Doordat de vleugelspitsen meer aan de binnenkant spelen, heb ik de backs hoger nodig om het breed te houden. Maar die kunnen niet allebéí hoger gaan staan. Dus als de rechtsback gaat, dan moet de linksback aan de binnenkant spelen. En andersom. Waar dat daarvóór vast was, is het nu meer flexibel. Gaan we over links, dan speelt de rechterflank aan de binnenkant. Zo zijn we constant aan het schuiven. Het gaat alleen maar om veldbezetting.’

Stabiliteit is volgens Bosz het kernwoord achter de opmars van Leverkusen. Na twee jaar kunnen de spelers de spelprincipes dromen. De details van het compact staan, het organiseren van de restverdediging en de vijfsecondenregel zijn een tweede natuur geworden. ‘Heel veel spelers zijn daarmee bezig. Ik kan zonder toeschouwers helpen aan de zijlijn. Veel verdedigers volgen de aanval als wij de bal hebben. Dan sta ik alweer te roepen.’

Ik weet altijd precies wie de counters inleiden. Dat zijn vaak de slimmere spelers

Bosz kijkt vooral wat er gebeurt waar de bal niet is. Daar schuilt immers het gevaar. ‘Mensen zeggen vaak over mij dat het allemaal leuk is dat aanvallende voetbal, maar dat de verdediging mij niets interesseert. Dat is onzin! Het is niet zo dat ik de defensie nu opeens heb uitgevonden omdat we weinig tegenkrijgen. Ik ben zó bezig met die restverdediging. Zo analyseer ik ook tegenstanders. Ik weet altijd precies wie de counters inleiden. Dat zijn vaak de slimmere spelers. Die als wij de bal hebben, zich zó positioneren dat ze meteen aanspeelbaar zijn bij balwinst.’

Welke aanvallende spelprincipes zijn belangrijk?

‘Ik word gek van ballen langs de lijn van de rechtsback op de rechtsbuiten. Die kan niets met zijn rug naar de tegenstander toe en krijgt alleen maar schoppen. Dat levert negen van de tien keer balverlies op. Dan ben je ook nog eens twee spelers kwijt die aan de zijkant staan en niet meteen druk kunnen geven.’

Dus mogen de back en buitenspeler bij Leverkusen niet in dezelfde lijn staan?

‘Precies. Ik wil dat die diagonaal staan ten opzichte van elkaar. Dan is de veldbezetting beter. Nu komt de vleugelspits bij een bal langs de lijn uit de rug van de vleugelverdediger. Van de binnenkant naar de buitenkant. Dus elke keer diagonaal. Zodat de centrale verdediger gaat twijfelen: Moet ik mee? Dat noemen wij het in-out-principe. Dat hebben we getraind in La Manga. Heel simpel. Met een back, een vleugelspits en een centrale verdediger. Eerst heb ik dat in theorie uitgelegd. Via een Powerpointje met poppetjes die bewegen. Dan trainen we met die drie man. Alleen maar inspelen en gaan. Daarna met weerstand. Vervolgens elf-tegen-elf. Tegen Eintracht Frankfurt maakten we vorig seizoen precies zo’n doelpunt. Wendell die de bal krijgt van de centrale verdediger. Diaby die van de binnenkant naar de buitenkant wegloopt in de diepte. Een teruggetrokken voorzet en Havertz die binnenschiet. Dat is een spelpatroon, maar we hebben er meerdere.’

Zoals?

‘Achter de achterhoede lopen. Zeker bij goede ploegen wil vaak iedereen de bal in de voeten. Dat is zó makkelijk te verdedigen. Daar zijn we veel op aan het trainen. Bijvoorbeeld met vleugelspitsen als Diaby die erachter moeten lopen. Hij is een geweldig ventje. Een Parijzenaar met een bekkie. Op het veld roep ik geregeld: Moussa, diep lopen! Dan zie ik hem kijken. Boos dat hij de bal niet krijgt. Dan is hij het niet met me eens en gaat hij met zijn kop schudden. Tegen Nice laatst ook. Dan gaat hij wél diep, geeft Kerem Demirbay een chipje en maakt hij met een volley een wereldgoal. Die loopacties hebben we nodig. Ik zeg ook tegen mijn vleugelspitsen: Jullie gaan vier keer voor niets, maar de centrale verdedigers gaan dan steeds meer naar achteren. Zodat de 10’en meer ruimte krijgen.

Over 10’en gesproken: dit is het seizoen van de grote doorbraak van de zeventienjarige Florian Wirtz.

‘Dat is een uitzonderlijk talent. Zoiets kom je als trainer maar één of twee keer tegen in je carrière. Matthijs de Ligt was de andere. Wirtz kwam in de winter uit de B1 van 1. FC Köln. Tijdens de coronabreak hebben we hem met het eerste laten meetrainen. Nieuwe spelers zet ik dan bij een vier-tegen-vier plus drie altijd in het midden. Dan zie je meteen wat je aan ze hebt. Bij Wirtz zag ik Hendrie Krüzen (assistent-coach, red.) meteen naar mij lachen. Wat is dit joh? Iedere bal was goed. Links, rechts. Buitenkant, binnenkant. Wirtz leverde niets in.’

Dus zette u hem bij de hervatting tegen Werder Bremen meteen in de basis.

‘Dat heb ik eerst nog met de ervaren spelers overlegd. Het is ook hun brood. Die waren duidelijk: “Zet hem erin. Dan zien we het toch?” Nou, dat hebben we gezien.’

Ik heb nog anderhalf jaar te gaan bij Leverkusen en ik vind het niet vervelend als ik hier nog langer zou moeten blijven

Hoe ziet uw toekomst eruit?

‘Ik heb het hier heel goed naar mijn zin. Dat zullen veel trainers zeggen, maar ik kan het vergelijken. Ik kan bij deze club onder geweldige omstandigheden werken. Korte lijnen met Rudi Völler en Simon Rolfes. Dat zijn mijn bazen. Met Fernando Carro is er een algemeen directeur die heel betrokken is, maar zijn rol kent. Dus niet over voetbal praat, maar wel een geweldige bestuurder is met wie ik goed kan sparren. En ik heb een geweldige staf met onder anderen de Nederlanders Hendrie Krüzen, Terry Peters en Rob Maas. Vakkundig zijn ze op hun gebied allemaal toppers. Die ontwikkelen zich constant door. Maar natuurlijk blijft er altijd wat te wensen over. We moeten onze beste spelers nog steeds verkopen.’

Dus u blijft voorlopig in Leverkusen.

‘Ik heb hier ontzettend veel geleerd en ben nog niet uitgeleerd. Ik heb nog anderhalf jaar te gaan en ik vind het niet vervelend als ik hier nog langer zou moeten blijven.’

Gerelateerde artikelen