Leuk, al die voetbalreisjes naar Engeland en Spanje. Maar wie houdt van nostalgie, moet als de bliksem eens een trip richting de voormalige DDR plannen.
‘Een glaasje Sparwasser, bitte.’ Wat hadden we een lol, die zomer van 1974. Gastland West-Duitsland verloor op het WK in eigen huis van de DDR en bij de eerstvolgende invasie van Oranje-fans werd er massaal op de terrassen een glaasje Sparwasser besteld. Jürgen Sparwasser, de ster van 1. FC Magdeburg, maakte de enige treffer voor de Duitse arbeidersstaat in Hamburg. Het lachen zou ons nog wel vergaan. Waar we in Nederland nog vaak denken dat de finale met ons Totaalvoetbal historisch was, daar zal in Duitsland vrijwel iedereen uit die tijd de broedermoord in Hamburg als iconisch bestempelen.
De veldslag werd in negentig minuten gewonnen door de underdog. Maar ook de DDR zou het lachen trouwens nog vergaan. We zoemen even veertig jaar verder. Daar stond Toni Kroos in het beroemde Maracanã-stadion. De Ober van de Oostzee was net 24 en de beste van de wereld. De reis van Rostock naar Rio was een lange geweest. Van welp naar Weltmeister, hij kon het zelf nauwelijks geloven. De vorige keer dat Duitsland wereldkampioen werd, was in 1990, heette het nog West-Duitsland en was de kleine Kroos een baby in een land waar de wegen waren gevuld met Trabantjes. Met zijn bezwete voorhoofd en twee vragende ogen keek hij in de camera. ‘Ben ik echt de enige?’
De Ober was de gloednieuwe bijnaam die zijn ploeggenoten hem hadden gegeven na de bijna perfecte groepswedstrijd tegen Portugal. Liefst 76 van zijn passes waren perfect aangekomen. Duitse degelijkheid. Het was de opmaat geweest voor de eerste wereldtitel van het verenigde Duitsland. Een WK dat begon met een 5-1 nederlaag van regerend kampioen Spanje tegen Nederland, maar buiten ons land bovenal zal worden herinnerd door die befaamde halve finale waarin Die Mannschaft gastland Brazilië vernederde: 1-7. Kroos was het schakelstation geweest in een Duitse machine van het beste soort, met een assist en twee treffers als uitroepteken.
Twijfel was er pas te bespeuren lang na de gewonnen finale, nadat de Duitse journalisten hem hadden gevraagd hoe het was als enige Ossie hier te staan. De DDR was nou niet iets waar hij dagelijks aan dacht. ‘Ik hou me niet zo bezig met geschiedenis als mijn ouders’, had de man gezegd die toch op 4 januari 1990 was geboren in een historisch tijdsgewricht, waarin de hele wereld richting Duitsland keek. Waar zijn vader en moeder vol ongeloof avond aan avond voor de tv hadden gezeten. Ene Angela Merkel was vice-woordvoerder van de nieuwe Oost-Duitse leiding. De eerste bananen werden betast en gevierd.
Franz Beckenbauer op het WK van 1990 na de val van De Muur: 'De Duitse ploeg zal nu jarenlang onoverwinnelijk blijven en dat spijt me voor de rest van de wereld'
Precies tussen het vallen van de Berlijnse Muur en de hereniging van West- en Oost-Duitsland. Moedertje socialisme was verslagen. Nu zou alles beter worden in het oosten. De euforie kende helemáál geen grenzen meer toen de bewoners samen de wereldtitel van West-Duitsland konden vieren. Bondscoach Franz Beckenbauer wreef zich na het gewonnen WK van 1990 al in zijn handen. ‘De spelers uit Oost-Duitsland komen er nog bij. Ik denk dat de Duitse ploeg nu jarenlang onoverwinnelijk zal blijven en dat spijt mij voor de rest van de wereld’, sprak hij.
DRESDEN
De voorspelling van Der Kaiser kwam niet uit: het duurde tot en met 2014 voordat de Duitsers opnieuw de wereldtitel wonnen. Het Oost-Duitse voetbal zakte na de val van De Muur weg in een diep moeras. De sterke ploegen donderden met veel geraas richting de kelderklassen. Het klinkt misschien wat vreemd, maar wie een beetje houdt van groundhoppen en het bezoeken van traditionele clubs, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan, hoeft niet naar de lagere divisies van Engeland of Schotland. Daar vind je gevallen grootmachten als paddenstoelen in een herfstig bos.
Vijf uur over de autobaan en je bent Back in the DDR. Voor de hang naar het verleden hebben ze daar zelfs een subtiele term bedacht: Ostalgie. De traditieclubs voetballen er in de derde, vierde, vijfde of nog lagere divisie. Begin bijvoorbeeld in het prachtige Dresden, stad van de blauwe brug en het gele Dynamo. Spelend in de Derde Bundesliga, dertigduizend supporters in een fonkelnieuw stadion vol foto’s van de oude helden. Clubliefde kent hier geen divisie.
Een paar weken geleden degradeerde de (naast RB Leipzig) populairste club van het oosten weer eens
Na de val van De Muur en gedurende de ontmanteling van de socialistische heilstaat werd Dynamo Dresden nog een laatste keer kampioen van de DDR. Met spelers als Matthias Sammer en Ulf Kirsten. Het was het einde van een kleine veertig jaar voetbal op communistische leest. De club werd leeggekocht en de ooit zo trotse DDR-Meister begon aan een lange lijdensweg door de woestijn van lagere Duitse divisies. Een paar weken geleden degradeerde de (naast RB Leipzig) populairste club van het oosten weer eens. Dik tienduizend fans zongen de spelers moed in. Een paar maanden geleden zaten ze met ruim veertigduizend in Berlijn bij een bekerduel en bulderde het Dy-na-mo, Dyna-mo nog steeds door het Olympiastadion. Overbodig te zeggen dat Dynamo weer eens verloor.
Landgenoot Ruud Kaiser (!) volgt de club nog steeds, hij viel tien jaar geleden voor de Traditionsverein die hem na zijn werk bij Chelsea en de KNVB graag wilde hebben. ‘Het geld was goed, toen al, ja. Kun je nagaan hoe het nu is. Zelfs in die Derde Liga kon ik meer verdienen dan waar ook in Nederland. Daar ging het me niet om, ik was gecharmeerd van de club en tijdens mijn bezoek onder de indruk geraakt van de entourage. Maar pas bij mijn presentatie drong de enorme grootheid van dit instituut echt tot me door. Natuurlijk verwacht je wel een paar journalisten en bereid je iets voor, maar ik was volkomen overdonderd. Het leek wel of ik bij Real Madrid werd gepresenteerd. Echt, die persconferentie werd gewoon rechtstreeks uitgezonden op een zender met vijf miljoen kijkers. Dynamo is zó groot, daar heeft Nederland geen idee van. Prachtig, die beleving.’
LEIPZIG
Vanuit Dresden kunt u verder. Keuze genoeg. FC Carl Zeiss Jena, Hansa Rostock, 1. FC Lokomotive Leipzig, Chemnitzer FC, 1. FC Magdeburg; op het derde en vierde niveau wemelt het van roemruchte namen die nog niet zo lang geleden geduchte Europese tegenstanders waren. Geen wonder dat Beckenbauer gouden tijden voorzag. Maar de West-Duitse clubs plukten direct de beste spelers weg bij de noodlijdende buren. Overname was achteraf een betere term geweest dan eenwording. Niet zo vreemd als je bedenkt dat die clubs stuk voor stuk werden gesponsord door bedrijven die gelieerd waren aan de staat. VEB Carl Zeiss, fabrikant van optische en elektronische apparatuur, sponsorde Jena, Lokomotive Leipzig kon op de steun rekenen van de nationale spoorwegmaatschappij, de kas van Magdeburg werd gespekt door werktuigfabriek Ernst Thälmann en de Dynamo-clubs werden gesponsord door de geheime dienst Stasi.
Laten we naar Leipzig gaan. De stad waar de opstand begon, die De Muur deed vallen. Avond aan avond liepen de mensen zwijgend rondjes door de stad. Tientallen, honderden, duizenden. En toen het er tienduizenden waren, begonnen ze ineens te schreeuwen: ‘Wir sind das Volk!’ Er was geen houden meer aan. Een dik uurtje rijden van uit Dresden en je bent er. RB Leipzig, horen we u denken. Maar dat is een kapitalistische totempaal. De Red Bull-club maakte echter nooit die DDR-tijd mee, RB Leipzig werd pas in 2009 opgericht. Hoewel het speeltje van Andreas Mateschitz zelfs al eens koploper in de Bundesliga was en de bekerfinale haalde, is de ambiance in het volledig verbouwde Zentralstadion op geen enkele manier te vergelijken met die in het dampende Dresden. Best maf eigenlijk, dat je voor de echte voetbalkoorts twee afdelingen moet zakken.
Ruud Kaiser probeert de club te duiden: ‘Tja, Leipzig is natuurlijk een verhaal apart. Ik zat in mijn tijd in Magdeburg nog bij ze in de competitie. Maar daar zat zo veel geld achter, daar was geen houden aan. Het is geen Traditionsverein, hè, dat vinden ze in Dresden een bedrijf. En niet alleen in Dresden. Dat is voor een Nederlander misschien wat vreemd, maar je hebt echt geen idee hoe belangrijk ze dat in Duitsland vinden. Hier is de regel dat 51 procent van de club altijd in handen van de mensen moet zijn. Helemaal in Dresden, dat is de club van het volk en daar zijn ze trots op.’
Niet getreurd, want ook Lokomotive speelt twee klassen lager. Bondcoach Marco van Basten kwam in 2006 met Oranje naar Leipzig, dat als enige Oost-Duitse stad behoorde tot de speelplaatsen voor het WK. Met een stadion dat destijds niet eens een bespeler had. Het zei alles over de mislukte Wende. Maar goed, Van Basten was de man die de enige treffer maakte tegen Lokomotive Leipzig in de Europa Cup II-finale van 1987.
Weinig accommodaties herbergen zoveel verhalen als het Bruno Plache-stadion, kortweg Bruno genoemd
De club was rond de eeuwwisseling zo goed als verdwenen, toen de laatste supporters haar weer opraapten. FC Lok speelt inmiddels in een stadion uit 1922, dat zacht gezegd haaks staat op de moderne arena’s waar de meeste teams tegenwoordig hun wedstrijden in afwerken. Maar weinig accommodaties herbergen zoveel verhalen als het Bruno Plache-stadion, kortweg Bruno genoemd.
Nadat het oude stadionnetje in 1992 werd gesloten, is het sinds 1995 weer het huis van de Leipziger voetbaltraditie. Ooit met een capaciteit van 55 duizend mensen, nu kunnen er nog 10.900 in. Die zitten er ook regelmatig. Ga ook even naar het stadion van RB Leipzig, dat volledig is ingebouwd in het oude Zentralstadion. Hoe groot dat was, merk je als je de trappen neemt vanaf het enorme stadionplein. In de wijken rond het stadion sterft het van de cafeetjes waar je vaak nog veel memorabilia aan de muur kunt vinden.
MAGDEBURG
Nog steeds geen genoeg van dit openluchtmuseum? Zet de navigator dan op Magdeburg. Weer dik honderd kilometer en minder dan anderhalf uur rijden. We proefden de lokale sentimenten vorig seizoen al, toen het blauw-witte Magdeburg tegen Dresden speelde. De lokale FC was begin jaren zeventig een grootmacht en speelde vlak voor het WK in 1974 een van de meest bizarre Europa Cup-finales in onze eigen Rotterdamse Kuip. Bizar vooral vanwege het toeschouwersaantal. De Kuip staat er al dik tachtig jaar. Tal van finales werden er gespeeld, historische wedstrijden bij de vleet. Maar weinigen zullen zich de Europese eindstrijd van 1974 herinneren. Nee, niet Feyenoord-Tottenham Hotspur in een afgeladen Kuip. Maar die andere, om de Europa Cup voor bekerwinnaars. Want op 8 mei waren exact 4.641 toeschouwers getuige van FC Magdeburg-AC Milan onder leiding van onze landgenoot Arie van Gemert.
Saillant detail is dat Magdeburg al voor de tweede keer naar Rotterdam kwam, nadat het eerder in het toernooi NAC had uitgeschakeld. Aangezien er in Breda geen goede lichtinstallatie was, weken de Brabanders voor hun thuisduel uit naar Stadion Feyenoord. Daar was 1. FC Magdeburg, met de geweldige Jürgen Sparwasser in de gelederen, zelfs te sterk voor het Milan van Gianni Rivera en Karl-Heinz Schnellinger: 2-0. Het was de enige keer dat een Oost-Duitse club een belangrijke Europese trofee won.
Magdeburg was in De Kuip te sterk voor AC Milan; de enige keer dat een Oost-Duitse club een belangrijke Europese trofee won
Vier jaar later moest ook PSV naar Magdeburg, in het toernooi om de UEFA Cup. De Eindhovenaren verloren met 1-0, maar gingen dankzij een 4-2 thuiszege wel door en wonnen vervolgens ook de cup. Anno 2020 speelt 1. FC Magdeburg in de Derde Bundesliga, maar trekt het wel gewoon zeventienduizend mensen gemiddeld naar het stadion. Hunkerend naar oude tijden. In de prijzenkast staat nog steeds de bokaal die destijds in De Kuip voor bijna zestigduizend lege stoeltjes werd rondgedragen.
JENA
Magdeburg speelt dus nog wel twee keer per jaar tegen andere clubs uit de voormalige DDR, zoals Carl Zeis Jena en Lok Leipzig. Jena is een gezellige universiteitsstad en de stadsnaam kom je tegen in de Jenaplanscholen die ook in Nederland populair zijn. Wat had het gescheeld of Feyenoord had in 1981 de Europa Cup II-finale in Düsseldorf gespeeld tegen Carl Zeis Jena? Het leek in de beslissende thuiswedstrijd tegen Dinamo Tbilisi wel of de scheidsrechter van de UEFA instructies had gekregen de Rotterdammers desnoods een beetje te helpen, ten einde een leeg stadion bij de eindstrijd te voorkomen.
Na een 3-0 nederlaag in Georgië kwam Feyenoord nog tot 2-0 en zette het De Kuip in vuur en vlam. Maar uiteindelijk mocht de ploeg uit Tbilisi naar Düsseldorf, om daar tegen de stuntploeg uit Jena aan te treden, De Oost-Duitsers hadden op hun beurt grote teams als AS Roma, Valencia en Benfica op weg naar de finale verslagen. Op de bank zat Hans Meyer, die later trainer werd van FC Twente. Een aardige en slimme vent, die meteen alle harten stal met zijn uitspraak ‘Ich bin ein Tukker.’
Jörg Berger, assistent van voormalig Twente-trainer Hans Meyer, overleefde in het vrije westen meerdere, wat knullige aanslagen
Supporters waren er bij de Oostblok-finale in het Rheinstadion nauwelijks. De kans dat ze politiek asiel zouden aanvragen, was veel te groot. Zie de biografie van Meyers voormalige assistent Jörg Berger. Een leven in twee speelhelften. Hij vluchtte wél, na een wedstrijd in Joegoslavië. Zijn achtergebleven zoon mocht meteen niet meer voetballen, de familie kreeg bezoek van de Stasi en hijzelf overleefde in het vrije westen meerdere, wat knullige aanslagen. Zo rolde er ineens een band van zijn auto op de snelweg en bleek hij later te zijn vergiftigd met bleekmiddel. Bij het openen van de Stasi-rapporten bleken liefst 21 mensen hem in de gaten te hebben gehouden. Eerst in het oosten en daarna via geheime agenten ook in het westen. Duivelse details die de voormalige DDR blijven bezighouden.
Ook Hans Meyer keek raar op toen zijn eigen dossier dik 120 pagina’s bleek te bevatten. Hij kon flink wat geld verdienen door te klikken, maar bleek dat niet te hebben gedaan. Wel zag hij allerlei dingen terug die hij anderen had verteld, ook over Berger.
BERLIJN
Van het kleine Jena rijden we naar de hoofdstad van het verenigde Duitsland Wie slim is, heeft nog snel even het boek Voetbalstad Berlijn van Joris van de Wier ingepakt. Grappige titel, want deze metropool is allesbehalve een voetbalstad. De stad van Hertha BSC, de club die nooit wat wint en door vele Oost-Berlijners zo werd gemist. Want de oostelijke helft van Berlijn was in 1961 ineens afgesloten met een muur, waardoor veel fans ook gescheiden werden van hun club.
Het Olympiastadion van Hertha is natuurlijk bekend van de Spelen van Adolf Hitler in 1936 en alleen al een reis waard. Nergens vind je verleden en heden zo mooi samen in één stadion. Een stadion dat er alleen nog staat omdat de Britse piloten het een geweldig oriënteringspunt vonden. Maar de echte liefhebber wil meteen naar Stadion An der alten Försterei. Huur een Trabant en karren maar. Want nu is er naast Hertha BSC een cultclub avant la lettre, waarover we in VI al meermalen mooie reportages schreven. Al in de tijden van de DDR was FC Union Berlin een vreemde eend in de bijt.
Na een onmogelijke overwinning op de door iedereen gehate stadgenoot BFC Dynamo, de club van de Stasi, werd het supporteren van Union een stille daad van verzet. Of stil... Het stadion waar het altijd naar worst en bier ruikt, was een groot bruin café. Met bijna twintigduizend mensen gemiddeld werd Union zo een van de best bezochte clubs van de DDR. Tot grote ergernis van het regime uiteraard. Nu, dertig jaar na de val van De Muur, is Union de enige club uit de voormalige heilstaat op het hoogste niveau.
Het beste moment om Union Berlin te bezoeken is tijdens de kerstdagen. Dan zijn de stadionlampen vervangen door kaarsen
Dat ging niet vanzelf, want Union is opgestaan uit de dood en was lange tijd te bewonderen in de amateurcompetities. Als je niet van de geschiedenis wist en dacht even een potje tussen twee Berlijnse amateurclubs te bezoeken, dan kon je zomaar in de Oberliga in de smeulende resten van weleer terechtkomen. Dan trof Union de oude aartsrivaal Dynamo. De thuiswedstrijd won Union voor veertienduizend toeschouwers met liefst 8-0. De return werd geboycot door de fans van Union en uiteindelijk gestaakt, omdat supporters van Dynamo de versperringen in het stadion afbraken om zo door te dringen tot in het vak van Union. Union ging failliet, maar werd gered door de trouwe aanhang, die met duizenden bloed gaf om geld in te zamelen en steen voor steen bouwde aan een nieuw stadion. Punkzangeres Nina Hagen componeerde en zong belangeloos het nieuwe clublied. Anno 2020 floreert Union.
Het beste moment om de club te bezoeken is tijdens de kerstdagen. Dan zijn zijn de stadionlampen vervangen door kaarsen en zijn alle 28.500 plaatsen bezet om samen kerstliederen te zingen. Een traditie die begin deze eeuw ontstond toen een groep supporters de slechte resultaten zó beu waren dat ze besloten dan maar op kerstavond samen te gaan zingen. Overigens kunt u Rekordmeister BFC Dynamo ook nog gaan zoeken. Dat speelt tegenwoordig in de Regionalliga Nord Ost. Voor de echte gekken zijn er zowel in Berlijn als in de rest van de oude DDR nog tal van opties. Zoals een bezoekje aan het Ostseestadion van Hansa Rostock, waar onder anderen Peter Bosz en Jari Litmanen nog even voetbalden.
Voor Rot-Weiss Erfurt, de enige club die al haar vier Europese wedstrijden tegen Nederlandse clubs afwerkte (FC Groningen en Ajax), bent u net te laat. Dat speelde onlangs zijn laatste wedstrijd uit tegen Lokomotive Leipzig en werd opgeheven. Dertig jaar na de grote woorden van Franz Beckenbauer is de voormalige DDR anno 2020 het grootste voetbal-openluchtmuseum ter wereld. Wilt u snel vrienden maken, begin dan even over Sparwasser. Dikke kans dat u het volgende verhaal cadeau krijgt: een revanche voor de Wessies voor de 0-1 in Hamburg – de enige interland tussen beide landen – is sinds de eenwording van Duitsland definitief verkeken. Daarmee is de DDR het enige land waarvan West-Duitsland nooit heeft gewonnen.