Deyovaisio Zeefuik (21) voelt zich op zijn gemak bij FC Groningen. De ex-Ajacied is de vaste rechtsback van de club met play-offambitie en de lieveling van het publiek. De vele gele kaarten die hij scoort, zijn een minpunt. ‘Ik doe vaak eerst iets en denk dan pas na.’
Deyovaisio ofwel: Door God gemaakt. ‘Ik ben met het geloof opgevoed, mijn ouders zijn heel gelovig’, steekt Zeefuik van wal. ‘Vroeger ging ik naar de kerk en ik heb de heilige communie gedaan. Nu kom ik niet meer in de kerk, ik heb niet zoveel tijd meer, maar ik geloof nog wel. God geeft me kracht en houvast. Dat vind ik belangrijk. Bidden doe ik ook. Meteen ’s morgens als ik opsta. Ik bid niet voor mezelf, maar voor de naasten om mij heen.’
Hij vindt Deyovaisio een mooie naam. ‘En het is zeker ook een bijzondere naam. Ik ken niemand die ook Deyovaisio heet.’ De namen van zijn broers – Género (29), Gairvyno (24) en Lequincio (14) – komen evenmin veelvuldig voor, Género nog het meest. Hij was tot voor kort ook de bekendste Zeefuik en ging Deyovaisio voor bij FC Groningen, waar de spits van 2012 tot 2014 onder contract stond en in 47 officiële wedstrijden negen keer scoorde.
Género Zeefuik was in zijn jeugd een toptalent bij PSV, maar heeft zijn veelbelovend begonnen carrière geen passend vervolg kunnen geven. Na een mislukt verblijf bij FC Groningen probeerde hij zijn loopbaan bij het Schotse Heart of Midlothian, het Turkse Balikesirspor en ten slotte bij FC Emmen nog weer vlot te trekken, maar dat lukte hem niet.
Door zijn overgewicht was Género Zeefuik vaak het mikpunt van spot. ‘Mijn vader, mijn broers en ik maakten ons er niet druk over,’ laat Deyovaisio weten. ‘Género bleef er zelf ook koel onder. Hij had iets van: Ze mogen over me zeggen wat ze willen, het raakt me toch niet. Mijn moeder had het er wél moeilijk mee. Zij kon slecht tegen de dingen die over Género werden gezegd. Hoe het met hem gaat? Goed. Na Emmen heeft hij niet meer gevoetbald. Hij is daar geblesseerd geraakt en moest eerst weer herstellen. Nu probeert hij weer fit te worden om hopelijk daarna weer te kunnen gaan voetballen. Want dat wil hij nog wel graag. En dat gun ik hem ook. Ik vind dat hij in de media niet fair is behandeld, Género was gewoon een goede voetballer. Hij was snel en kon de bal goed vasthouden. Ik was nog jong, maar ik kan me nog goed herinneren dat toen hij bij NEC speelde hij alle ballen klaarlegde voor Lasse Schöne en die schoot ze er dan in. Toen hij in Schotland speelde was hij ook weer heel goed. Niet normaal gewoon. (Género Zeefuik maakte bij Heart of Midlothians, destijds uitkomend op het tweede Schotse niveau, in vijftien duels twaalf doelpunten, red.). In Schotland keken ze niet naar zijn postuur, maar naar zijn kwaliteiten. Hier in Nederland hadden ze het alleen maar over zijn gewicht.’
Amsterdams nest
Deyovaisio Zeefuiks andere broers voetballen eveneens. ‘Lequincio speelt bij Volendam. Hij is spits, is nog maar veertien jaar, maar nu al groter dan ik. Lequincio heeft een heel goede techniek. Hij moet alleen meer inzet tonen, meer doorjagen. Ik heb het daar ook al met hem over gehad. Gaat hij dat ook nog doen, dan wordt hij denk ik een grote voetballer. Gairvyno heeft eerder ook bij FC Volendam gespeeld, maar was vaak te zenuwachtig. Hij gaat nu bij Hoofddorp voetballen.’ Deyovaisio (Deyo) Zeefuik geeft aan uit een warm en hecht Amsterdams nest te komen. ‘Ik ben opgegroeid in Nieuwendam in Amsterdam-Noord. Dat we met vier jongens thuis waren heb ik altijd heel leuk gevonden. Het ging bij ons altijd over voetbal, voetbal en nog eens voetbal. We woonden op drie hoog en achter ons huis was een veldje. Daar gingen we na schooltijd altijd naar toe. Alle buurtkinderen kwamen daar. We waren altijd buiten en altijd aan het voetballen. Mijn moeder deed ook vaak mee. Zij kon heel aardig voetballen. Mijn vader was keeper. Het was echt een leuke tijd.’