Antwerp FC is voor het eerst in 66 jaar weer kampioen van België. Nadat de club op sterven na dood was, mag The Great Old zich onder leiding van Mark van Bommel weer de beste van het land noemen. Een reportage over hoe een spannende week eindigde in een vulkaan van vreugde.
De voorkant van het Bosuilstadion is tegenwoordig van alle luxe voorzien. Een ruime parkeerplaats, de straatstenen liggen allemaal keurig netjes recht en de gevel is van glas. Overal hangen vlaggen met het logo van de club, met het nummer één erop. Een verwijzing naar het stamnummer van Antwerp. Ze zijn hier apetrots de oudste, nog bestaande club van het land te zijn.
Het is bijna niet voor te stellen in wat voor staat de club een klein decennium geleden was, voor de overname door de steenrijke Paul Gheysens. Daar kan de Nederlandse trainer Dennis van Wijk over meepraten. Hij was in het seizoen 2012/13 de hoofdtrainer van The Great Old. De club scheerde langs de rand van de afgrond en sukkelde in die tijd in de middenmoot van de Tweede Klasse. Hij weet nog goed dat er geen geld was om de zwaar verouderde Bosuil in een nieuw jasje te steken. ‘Als het twee of drie dagen regende, ging dat door het dak en de zitjes heen. Uiteindelijk stond onze kleedkamer blank.’
In de loop van dat seizoen werden spelers te laat betaald. Van Wijk weet ook nog dat hij een tijdje met een trainingsveld moest werken, dat helemaal niet de reguliere afmetingen had. ‘Dat soort dingen waren niet ideaal om mijn ploeg te prepareren.’ The Reds hadden geen technisch directeur en Van Wijk vormde de staf met één assistent en een keeperstrainer. De mensen parkeerden niet op een chique parkeerplaats, maar gewoon op het gras. ‘Het water stond destijds echt tot aan de lippen. Het is een verschil van dag en nacht met nu.’
Ook Dylan van Rooy kan zich de donkere dagen goed voor de geest halen. Hij bespreekt twee keer per week de stand van zaken bij zijn club in de podcast De Vierkante Paal. ‘Antwerp was in de jaren negentig de laatste van België met vierkante palen’, legt hij uit ‘Misschien waren we zelfs de laatste in Europa.’ Hij werd verliefd op de club in de troosteloze jaren. ‘Iedere week was er wel iets minder. Drankstandjes die dichtgingen, omdat het gewoon te duur was.’ Hij weet ook nog dat de hoofdtribune van de Bosuil niet meer conform de veiligheidseisen was. Er was alleen geen geld om het te fiksen. ‘Supporters zijn samen gaan timmeren en lassen. Het zegt genoeg dat zulke werken aan vrijwilligers werden overgelaten.’
'Je zong driedubbel zo hard, om te bewijzen dat de club nog leefde'
De ellende zorgde ook voor een enorme saamhorigheid op de tribune. ‘Je zong driedubbel zo hard, om te bewijzen dat de club nog leefde. Schots en scheve houten bankjes, regen op je kop. Dan maar een extra pintje en harder schreeuwen om jezelf te amuseren. Het stadion wordt niet voor niets de hel van Deurne-Noord genoemd.’ Met de miljoenen van Gheysens zag hij hoe in razendsnel tempo de ene tribune werd gerenoveerd, terwijl een andere zelfs opnieuw werd opgebouwd. ‘Tijdens de eerste wedstrijd op de nieuwe tribune konden we plotseling sushi, pizza en champagne krijgen. Daarvoor aten we in het beste geval een halfgebakken hamburger.’
Huilende mannen
Tijd voor een bezoek aan Antwerpen. Een paar dagen voor de epische seizoensontknoping is de spanning voelbaar rondom De Bosuil. Aan de balkons van de grauwe appartementen hangen vlaggen van de club. Mensen hebben Antwerp-shirts voor hun raam gehangen. Van de buitenkant is de bijna honderdjarige sfeertribune 2 te zien. Deze mag vanwege veiligheidsredenen niet meer worden gebruikt, waardoor op televisie een lege tribune te zien is. Het bestuur wil deze ook graag vernieuwen, maar door een juridische discussie met de grondeigenaar is dit nog niet gelukt.
Antwerp had de titel een week eerder al kunnen veroveren. Na een snelle voorsprong leek de buit binnen in het duel met directe concurrent Union Sint-Gillis. Zeker nadat de bezoekers ook een rode kaart pakten, begonnen de mensen op de tribune zich al te verheugen op een feestje. Tien minuten voor het einde ging het toch mis en eindigde de wedstrijd in 1-1. Antwerp heeft het op de laatste speeldag in eigen hand tegen KRC Genk, maar ook zij kunnen nog kampioen worden. Net als Union, die het op een ander veld zal opnemen met Club Brugge.
'Het maakt me eigenlijk niet uit of het nou Nederlanders of Chinezen zijn. Als ze maar goed spelen, hè?'
De teleurstelling was groot, weet ook Nancy Schoeters. Zij is de eigenaresse van The Royal, een eetcafé vlakbij het stadion. Buiten aan de gevel hangen twee vlaggen met de letters COYR, de afkorting voor Come On You Reds. Boven de bar hangt een sjaal van de club. Na de wedstrijd zag Schoeters een forse man zijn boosheid uiten door voor haar zaak een waterkraantje kapot te schoppen. ‘Is dat nou nodig?’, verzucht ze.
Iets verderop leunt een man over de rand van zijn balkon. Hij heeft een tatoeage op zijn arm en geniet met zijn hond van de zon. ‘Ik heb mensen in het stadion zien wenen’, vertelt Peter Goos. ‘Ik had het ook even moeilijk. Omdat we zo dichtbij waren. We hebben het een week uitgesteld, maar ik heb nu wel veel meer schrik dan afgelopen week.’
Hij geeft aan dat hij blij is met alle Nederlanders in Deurne-Noord. Marc Overmars is directeur voetbalzaken, Van Bommel de hoofdtrainer en met Calvin Stengs, Gyrano Kerk, Jurgen Ekkelenkamp en Vincent Janssen lopen er vier Hollanders over het veld. ‘Het maakt me eigenlijk niet uit of het nou Nederlanders of Chinezen zijn. Als ze maar goed spelen, hè?’