Eindelijk opgelucht adem inhalen in Waalwijk. De definitieve handhaving kwam er op een natte woensdagavond in mei, de handjes konden de lucht in, de Brabantse feestmuziek knalde uit de speakers, er kon gevierd worden. RKC Waalwijk mag zich opmaken voor nog een jaar Eredivisie en dat is een puike prestatie te noemen.
Michiel Kramer lurkte in de catacomben aan een sigaar en blies de rook in het gezicht van iedereen die hij tegenkwam. Op momenten als deze komt de kwajongen in Kramer tot leven. Op het moment dat trainer Joseph Oosting voor de camera zijn verhaal doet, gaat de spits paffend naast hem staan. De trainer en de doelpuntenmaker slaan een arm om elkaar heen. Dat ze elkaar waarderen is bekend, nu zijn ze duidelijk opgelucht.
Zo ziet blijdschap eruit in Waalwijk, de uitgelatenheid is mooi om te aanschouwen. Na 33 duels is het klaar. Eind goed, al goed. Er is een last van iedereen afgevallen. Kinderen gaan mee de kleedkamer in, er worden geintjes gemaakt, handen geschud, er is tijd voor foto’s en handtekeningen en het bier en de baco’s worden genuttigd. Het zal nog lang onrustig zijn in het Mandemakers Stadion. ‘Een potje bier ga ik zeker nemen,’ glundert Oosting. ‘Een paar potjes bier misschien wel.’