Ook de voetbalwereld zucht nog altijd onder de gevolgen van de coronapandemie. Bij de start van de crisis hoopte zaakwaarnemer Rob Jansen (66) op een positieve impact in sombere tijden. Bijna twee jaar later maakt hij de balans op.
In het begin van de coronapandemie sprak u op deze plek de hoop uit dat de voetballerij tot bezinning zou komen en het topvoetbal eindelijk zou gaan normaliseren. En?
‘Nou, daar is dus helemaal niks van terechtgekomen. Het was trouwens geen voorspelling, ik hoopte oprecht dat de coronacrisis mensen in de voetballerij tot nadenken zou aanzetten. Dat het zou leiden tot een meer gezamenlijke benadering, wereldwijd, waarbij de sterke benen méér lasten dragen dan de zwakke. We zijn nu bijna twee jaar verder en daar is totaal geen sprake van. Alleen in het begin van de crisis werd de gekte in het profvoetbal gematigd. Er ontstond even solidariteit tussen clubs, bonden en belangenorganisaties. Vanuit het gevoel dat je elkaar nodig hebt in zware tijden. Maar dat is vrij snel weer losgelaten.’