Na de wake-up-call tegen Oostenrijk begint het Nederlands elftal dinsdag aan de knock-outfase van het EK. Roemenië, winnaar van Groep E, wacht in München. Met Youri Mulder, die de Roemenen in actie zag tegen België, blikken we vooruit. Over de problemen van Oranje en over mogelijke oplossingen, met een ander systeem en een andere spits. ‘Er moet wel iets veranderen.’
Voor Mulder zijn het drukke weken. De negenvoudig international, die met Oranje onder meer deelnam aan het EK van 1996, reist veel op en neer tussen tv-studio’s in Nederland en België. Daar analyseert hij wat er goed gaat, maar toch vooral ook wat er misgaat bij beide landen, die nog niet al te veel indruk hebben gemaakt in Duitsland. Voor VI PRO zoomen we met Mulder in op de situatie bij het Nederlands elftal. Waarom loopt het niet? En kan dat nog rechtgezet worden?
Waar gaat het mis bij Oranje dit EK?
‘Ik denk niet dat het per se bij één individuele speler misgaat. Het is vooral de veldbezetting die niet klopt, dat zag je tegen Oostenrijk heel duidelijk. Er was te veel twijfel bij dingen die juist abc’tjes moeten zijn: Moet ik in positie blijven, of moet ik met mijn man mee? Gaan we vooruit druk zetten, of zakken we juist wat in? Moet de buitenspeler zijn back volgen, of juist loslaten? Het was van alles een beetje en dan klopt het geheel niet. Vooral op het middenveld kom je dan in de problemen. Tegen Oostenrijk zag je de drie middenvelders koppeltjes maken, dat was blijkbaar het plan. Dat kan, maar dan moeten de buitenspelers met hun back mee en moet er een centrumverdediger durven door te dekken. Dat gebeurde nu ook niet, waardoor je drie arme zielen op het middenveld krijgt, die staan te zwemmen in gigantische ruimtes. Uiteindelijk betaalt Joey Veerman daar dan de prijs voor, die speelde ook niet goed, maar dat kwam ook omdat het niet goed stond.’