Aan de vooravond van de halve finale tegen Engeland kijkt Ronald Koeman terug op de reis ernaartoe. De bondscoach van het Nederlands elftal over kritiek, elkaar de waarheid durven zeggen, het krediet van Memphis Depay, de rol van Wout Weghorst, de kracht van de bank en de nivellering in het voetbal.
En opeens ging de bondscoach van links naar rechts.
Ronald Koeman: ‘We worden tijdens dit EK op een geweldige manier gesteund door ons legioen uit Nederland en als de spelers dan willen dat we met de hele staf mee komen vieren... Toe maar dan, al waren we natuurlijk wel écht blij. Turkije was een moeilijke wedstrijd die we hebben weten te winnen. Ga je eruit, is het voor veel mensen een afgang, of hoe ze het ook noemen. Wat ik trouwens níet vind.’
Woensdag, halve finale tegen Engeland. Weet u dan als er wordt afgetrapt wat u die avond kunt verwachten van uw eigen team?
‘Mmm, ik zie inderdaad nog steeds momenten dat we niet herkennen wat er wordt gevraagd in een wedstrijd, of dat nou aan de bal is, of in het druk zetten; we maken best wel fouten, waardoor we opeens de controle verliezen. Tegelijkertijd gebeurt dit niet zomaar, hè. Je hebt ook te maken met de weerstand en de kwaliteiten van een tegenstander. We begonnen heel goed tegen Turkije, hadden er goed druk op, we waren dominant, creëerden een grote kans, maar toen de Turken opeens sneller de wisselpass gingen spelen naar hun offensieve backs, raakten we het initiatief kwijt. Ons middenveld stond te hoog en had geen grip op Arda Güler, die vrij tussen de linies ging spelen. Virgil van Dijk kon niet doordekken, want dan zou het centrum open komen te liggen. Op die momenten is bij ons de afstemming niet altijd goed.’
Hoe verklaart u de wisselvalligheid?