In zijn eerste vier wedstrijden heeft Ronald Koeman gezien hoe diepgeworteld sommige problemen bij Barcelona zijn. De 1-0 nederlaag van afgelopen zaterdag op bezoek bij Getafe demonstreerde waar het grootste pijnpunt zit.
Barcelona heeft de afslag naar het moderne voetbal gemist. De Catalanen kregen die waarheid vorig seizoen pijnlijk onder de neus gewreven door Bayern München. Tijdens de 8-2 in de kwartfinale van de Champions League deed de Duitse kampioen alles wat ze in Camp Nou zo graag zien: onder druk verzorgd opbouwen, ver van het eigen doel verdedigen, veel van positie wisselen en het verschil maken met dribbels en individuele klasse. Dat maakte de memorabele avond extra pijnlijk. Barça was niet weggecounterd, maar weggespééld met eigen middelen. De uitvinders van het tiki-taka speelden die avond in Lissabon wandelvoetbal. Met twee spitsen die verdedigend geen stap te veel zetten, acht anderen die daardoor in veel te grote ruimtes kwamen en een totaal gebrek aan diepgang of variatie in het aanvalsspel. Daar kon zelfs Lionel Messi geen winnend elftal van maken.