De beslissingen van het bestuur betaald voetbal rondom de verdeling van de Europese tickets én promotie/degradatie zijn niet overal even goed gevallen. SC Cambuur, De Graafschap én FC Utrecht vechten de rommelige en in hun ogen oneerlijke uitkomsten aan. ‘Wij zijn bereid tot het uiterste te gaan.’
Er is inmiddels genoeg gezegd en geschreven over de nu al historische videocall waarin het bestuur betaald voetbal besloot dat Ajax, AZ, Feyenoord, PSV en Willem II komend seizoen Europa ingaan en dat zowel ADO Den Haag als RKC Waalwijk niet degraderen. Toch zullen de juristen van de KNVB hun verlofdagen moeten inleveren: de gedupeerden gaan de komende weken naar de rechter in een poging alsnog hun gelijk te halen. De grootste klap wordt gevoeld in Leeuwarden. De trotse koploper van de Keuken Kampioen Divisie heeft elf punten voorsprong op nummer drie FC Volendam en was volgens berekeningen van Hypercube al voor 99,5 procent zeker van promotie.
Toen eind maart een besluit moest worden genomen over aflopende contracten, maakte SC Cambuur beleid met het oog op Eredivisie-voetbal. Opties in contracten werden gelicht én er werd met clubtopscorer Robert Mühren gepraat over een langer verblijf. Niet omdat de club zo nodig geld wilde uitgeven, maar omdat zij beleid wilde maken richting volgend seizoen. Financieel directeur Gerald van den Belt rekent voor dat het aardig in de papieren gaat lopen. Minimaal anderhalf miljoen euro. Daarnaast komen ook de langeretermijnplannen, waarin staat dat Cambuur in een nieuw stadion structureel Eredivisievoetbal wil spelen, in gevaar.
‘Deze zomer wilden we de eerste skyboxen voor het nieuwe stadion gaan verkopen. Dat was een momentum geweest, terug in de Eredivisie. Aangezien wij een groot deel van het stadion zelf financieren, was dat geld meer dan welkom. Als laatste heb je nog te maken met de marktwaarde van onze spelers. Een Eredivisie-speler is gewoon meer waard dan een Eerste Divisie-speler. Wij worden door dit alles financieel hard geraakt, de financiële gevolgen zijn enorm.