Ook bij zijn negende wedstrijd als trainer van Ajax kan Maurice Steijn niet vasthouden aan zijn basiself. Op bezoek bij AEK Athene ontbreekt immers de geschorste Silvano Vos. Toch lijkt Steijn de puzzel in zijn hoofd inmiddels wel grotendeels te hebben gelegd.
DEFENSIE
De voor Ajax desastreus verlopen Klassieker is voor Steijn een belangrijke les geweest. Tegen Feyenoord, en eerder ook tegen Olympique Marseille, was de positionering van zijn backs één van de grootste problemen. Anton Gaaei en Borna Sosa zijn allebei op hun best in een aanvallende rol, maar de onderlinge afstemming was ver te zoeken. Nu Devyne Rensch weer fit is, is hij de eerste man op rechts.
Tegen RKC vulde Steijn de linkerkant ook anders in. Gastón Ávila begon centraal, waardoor Jorrel Hato doorschoof naar de linksbackpositie. Dat zag er bij vlagen goed uit, met name vanwege de rol die Ávila kon spelen in de opbouw.
‘Ik was daar wel redelijk tevreden over’, zei Steijn woensdag op zijn persconferentie, in aanloop naar het Europa League-duel met AEK Athene. ‘Ik vind het defensief nog steeds niet goed genoeg, ik vind nog steeds dat we beter moeten, dat we stabieler moeten zijn, zodat we niet bij elke voorzet of tegenaanval onzeker worden. We moeten veel meer uitstralen. Maar ik was wel tevredener dan de weken ervoor.’
Al met al ziet Steijn steeds meer een geraamte ontstaan waar hij aan vast kan houden, zodat er op het veld meer automatismen ontstaan. ‘Je ziet de laatste twee á drie wedstrijden dat er steeds meer vaste dingen in komen’, aldus de Ajax-trainer. ‘Achterin was ik nog aan het zoeken, dat heb ik ook nooit onder stoelen of banken geschoven. Omdat ik vind dat we te veel doelpunten tegen krijgen en te veel kansen weggeven. Maar ik denk dat de rest redelijk staat.’