De handhaving van Excelsior is grotendeels op het conto van doelman Stijn van Gassel (26) te schrijven. Met miraculeuze reddingen voorkwam hij nog meer tegengoals en hielp hij de Rotterdammers aan punten. Een gesprek met een steeds zelfverzekerder wordende doelman.
Stijn van Gassel is een seizoen lang bedolven onder de schouderklopjes. Op de Albers-tribune zat een supporter die steevast bij iedere thuiswedstrijd de oproep van de speaker dat er ook vandaag weer kon worden gestemd op de Man van de Wedstrijd beantwoordde met een luidkeels ‘Stijn van Gassel’. Het vertrouwen in de sluitpost was zo groot dat de nominatie op voorhand al werd gedaan.
Van Gassel lacht bij het horen van de anekdote. ‘Mooi toch?’ Als Limburgse bakkerszoon kwam hij naar Rotterdam, afgelopen seizoen verrichte hij een recordaantal reddingen bij Excelsior en is hij omarmd als publiekslieveling. En toch lijkt het besef van zijn heldenrol maar langzaam door te dringen. ‘Het is nu de tijd om een beetje na te gaan denken over wat er allemaal is gebeurd. Ik vind dat altijd lastig. Daar ben ik iets te kritisch voor, ik kan moeilijk genieten.’